Brachyrhapis hartwegi.
Foto boven: man B.hartwegi(houder Herman van de Kooy).
Nederlandse naam:
Niet aanwezig
Niet aanwezig
Foto boven: koppel B Hartwegi (herman van de Kooy)
Verspreidingsgebied:
Het zuiden van Mexico en Guatamala.
Foto boven: man B.hartwegi (Herman van de Kooy).
Kenmerken:
Deze bijzonder fraaie vertegenwoordiger
uit het geslacht Brachyrhaphis is al
in 1977 naar Europa gekomen en
heeft zich altijd, zij het bescheiden,
kunnen handhaven onder de liefhebbers
van levendbarenden. Op de foto
is niet duidelijk te zien dat naast het
fraaie uiterlijk dit visje ook nog beschikt
over een oplichtend oog. Vooral
bij jonge exemplaren is dit heel
sprekend. Weliswaar is het niet zo fel oplichtend als b.v. bij Priapella
olmecae maar het is een duidelijk waarneembaar kenmerk en zeker
een aanwinst te noemen. De vrouwtjes zijn als gewoonlijk wat minder
sprekend van kleur.
Foto boven :Priappela olmeca (Kees de Jong).
De mannetjes van B. hartwegi zijn in het bezit van een lang gonopodium.
Volgens de literatuur kunnen de mannetjes tot 3,5 cm lang
worden en de vrouwtjes wel 5 cm. Mijn ervaring is dat zij wat kleiner
blijven maar dat kan in de natuur wel anders zijn.
Verzorging en kweek:
De verzorging van dit visje is vrij eenvoudig al moeten zij niet te
koud worden gehouden. Ik houd ze zo net boven de 20°C maar
mocht de temperatuur met warme dagen oplopen dan heb ik niet
gezien dat zij daar grote problemen mee hadden.
Ze kunnen wel schuw zijn, zeker als zij noodgedwongen van bak
moeten verhuizen duurt het een tijdje voor ze weer gewend zijn en
we weer kunnen genieten van hun fraaie uiterlijk.
Ze kunnen dan
behoorlijk fel zijn en soortgenoten achterna zitten maar het komt
niet tot gevechten waarbij beschadigingen zouden kunnen optreden.
Helaas is er ook een min puntje te constateren. Toen ze bij mij
samen werden gehouden met guppen met fraaie lange staartvinnen,
moest ik constateren dat ze daar niet blij mee waren en al gauw
zwommen er guppen rond met een aangevreten staart. Overigens is
dit visje nog het meest vreedzaam binnen het genus Brachyrhaphis, de
andere soorten zijn bijters en kunnen niet van hun jongen afblijven.
De mannetjes van B. hartwegi zijn in het bezit van een lang gonopodium.
Volgens de literatuur kunnen de mannetjes tot 3,5 cm lang
worden en de vrouwtjes wel 5 cm. Mijn ervaring is dat zij wat kleiner
blijven maar dat kan in de natuur wel anders zijn.
Verzorging en kweek:
De verzorging van dit visje is vrij eenvoudig al moeten zij niet te
koud worden gehouden. Ik houd ze zo net boven de 20°C maar
mocht de temperatuur met warme dagen oplopen dan heb ik niet
gezien dat zij daar grote problemen mee hadden.
Ze kunnen wel schuw zijn, zeker als zij noodgedwongen van bak
moeten verhuizen duurt het een tijdje voor ze weer gewend zijn en
we weer kunnen genieten van hun fraaie uiterlijk.
Ze kunnen dan
behoorlijk fel zijn en soortgenoten achterna zitten maar het komt
niet tot gevechten waarbij beschadigingen zouden kunnen optreden.
Helaas is er ook een min puntje te constateren. Toen ze bij mij
samen werden gehouden met guppen met fraaie lange staartvinnen,
moest ik constateren dat ze daar niet blij mee waren en al gauw
zwommen er guppen rond met een aangevreten staart. Overigens is
dit visje nog het meest vreedzaam binnen het genus Brachyrhaphis, de
andere soorten zijn bijters en kunnen niet van hun jongen afblijven.
Foto boven: man B.hartwegi-vrouw Skiffia lermae.
Wat het voedsel betreft zijn ze zeker niet moeilijk, het gewone
standaardmenu van diepvries en droogvoer wordt goed gegeten.
Natuurlijk hebben ze ook graag levend voer maar dat mag dan niet
te groot zijn. Op artemianaupliƫn zijn ze verzot maar welke vis is dat
niet?
Ook de kweek levert geen problemen op, het is zelfs oppassen voor
overbevolking omdat zij hun jongen met rust laten. Op zijn tijd zal
men moeten ingrijpen om dit te voorkomen. Houdt men dit visje
samen met andere tandkarpers dan wil het nog wel meevallen met
die overbevolking omdat die hun menu wel eens willen aanvullen.
Bij een juiste voeding groeien de jongen voorspoedig op en al is het
niet direct nodig, het heeft de voorkeur de jongen in een bakje de
eerste 2 maanden b.v. apart te laten opgroeien. Het voedselaanbod
is in zo’n apart bakje natuurlijk veel beter dan in een grotere bak met
volwassen vissen.
Wat het voedsel betreft zijn ze zeker niet moeilijk, het gewone
standaardmenu van diepvries en droogvoer wordt goed gegeten.
Natuurlijk hebben ze ook graag levend voer maar dat mag dan niet
te groot zijn. Op artemianaupliƫn zijn ze verzot maar welke vis is dat
niet?
Ook de kweek levert geen problemen op, het is zelfs oppassen voor
overbevolking omdat zij hun jongen met rust laten. Op zijn tijd zal
men moeten ingrijpen om dit te voorkomen. Houdt men dit visje
samen met andere tandkarpers dan wil het nog wel meevallen met
die overbevolking omdat die hun menu wel eens willen aanvullen.
Bij een juiste voeding groeien de jongen voorspoedig op en al is het
niet direct nodig, het heeft de voorkeur de jongen in een bakje de
eerste 2 maanden b.v. apart te laten opgroeien. Het voedselaanbod
is in zo’n apart bakje natuurlijk veel beter dan in een grotere bak met
volwassen vissen.
Foto boven: man B.hartwegi.
Deze soort is niet erg gevoelig voor ziekten, dat is althans mijn
ervaring. Wel heb ik soms jongen waarbij de zwemblaas niet goed
gevuld is zodat zij zich huppelend door de bak moeten bewegen. Ik
vernietig deze exemplaren natuurlijk onmiddellijk.
Opmerkingen:
Een bakje van ca. 60 cm, goed beplant en voorzien van een
bodemlaagje van b.v. fijn grint en ook niet te fel belicht en bevolkt
met deze fraaie tandkarper is een lust voor het oog. U kunt dit nog
aanvullen m 14 15 et een enkele Ancistrus en/of wat garnaaltjes.
Deze soort is niet erg gevoelig voor ziekten, dat is althans mijn
ervaring. Wel heb ik soms jongen waarbij de zwemblaas niet goed
gevuld is zodat zij zich huppelend door de bak moeten bewegen. Ik
vernietig deze exemplaren natuurlijk onmiddellijk.
Opmerkingen:
Een bakje van ca. 60 cm, goed beplant en voorzien van een
bodemlaagje van b.v. fijn grint en ook niet te fel belicht en bevolkt
met deze fraaie tandkarper is een lust voor het oog. U kunt dit nog
aanvullen m 14 15 et een enkele Ancistrus en/of wat garnaaltjes.
Tekst :Herman van de Kooy.
Foto`s :Leo van der Meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten