zondag, februari 01, 2009

Allodontichthys tamazulae.

Allodontichthys tamazulae.



Nederlandse naam: Geen


Verspreidingsgebied:
Río Tuxpan (onderdeel van het Río Coahuayana-stroomgebied) in de Mexicaanse staten Jalisco en Colima.
De typelocatie is Río Tamazula. Deze snelstromende rivier heeft een bodem die bedekt is met rolkeien. Het lijkt alsof elke vis zijn eigen territorium heeft die zich in de buurt van een steen bevindt en die tevens als schuilplaats dienst doet.


Kenmerken:
De soorten uit het genus Allodontichthys zijn langgerekt van vorm.
Op het lichaam bevindt zich een lengtestreep die bij oudere dieren minder uitgesproken wordt. Sommige vissen hebben op de bovenzijde van het lichaam donkere vlekken. Bij mannen is dit meer het geval dan bij vrouwtjes. De vis is tamelijk variabel van tekening.
In de soortbeschrijving door TURNER (1946) wordt gesproken van vissen met een lengte van 3 tot 4 cm. Het is inmiddels duidelijk dat de vissen veel groter kunnen worden tot soms wel 10 cm lengte.


Verzorging en kweek:
Gezien hun grootte hebben de vissen een aquarium nodig van minimaal 80 cm lengte. Het aquarium dient goed afgedekt te zijn, want deze soort springt uitstekend. Hoewel onder andere door HIERONIMUS (1995) beschreven is dat de vis erg territoriaal is, is daarvan in
het aquarium niet of nauwelijks sprake. Ze kunnen zonder problemen in een grotere kweekgroep worden gehouden.
Stromend water is niet noodzakelijk. Wel is het nodig ruim water te verversen. Afhankelijk van de bakbezetting 30-50% per week. Indien niet voldoende water wordt ververst zal de kweek moeizamer verlopen of zelfs helemaal niet lukken.
Met voer zijn ze bij mij gemakkelijke kostgangers, zowel levend voer, diepvries als droogvoer wordt vlot gegeten.


In de winter houd ik mijn dieren op een lage temperatuur, zo tussen 12 en 15°C. Ze zijn dan veel rustiger en eten veel minder. Eén of twee keer per week weinig voeren is dan voldoende.
Als in het voorjaar de temperatuur stijgt, worden de vissen levendiger.
Ze zijn dan gulzige eters. Ze laten regelmatig baltsgedrag zien, dat er overigens heel ingetogen uitziet. Als in april de temperatuur van het water boven 18°C komt dan kunnen we in de loop van mei of begin juni de eerste jongen verwachten.
De vrouwtjes kunnen tamelijk dik worden. Afhankelijk van de grootte van het vrouwtje is het aantal jongen tussen 5 en 20 per worp. De jongen worden tamelijk groot geboren, de lengte bedraagt meer dan een centimeter. De volwassen vissen jagen fel op de jongen.
Het is daarom noodzakelijk drachtige vrouwtjes tijdig apart te zetten in een bakje van ongeveer 10 liter met veel planten. De dieren dienen met zo weinig mogelijk stress uitgevangen te worden. Onder invloed van stress kunnen ze hun jongen voortijdig werpen. Die zullen dan levenloos geboren worden. In een normale worp is het ook vrij gewoon dat enkele dieren dood geboren worden. De jongen groeien verder gemakkelijk op, maar zijn geen snelle groeiers.
Wegens het jagen op de jongen is het niet nuttig deze soort buiten te houden. Wel heeft het voor een krachtige ontwikkeling van de jonge dieren zin om ze als jonge dieren, van een jaar oud, een seizoen buiten te houden.

Opmerkingen:
De soorten van het geslacht Allodontichthys lijken erg op elkaar. Het
is vakwerk om ze juist op naam te brengen. Doorgaans zal de juiste
50 51 naam af te leiden zijn uit het vanggebied.

Tekst: Kees de Jong.
Foto`s: Leo van der Meer.

TIP:Voor meer informatie kijk eens op internet naar Poecilia Nederland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten