zaterdag, februari 02, 2008

Alfaro huberi.(Fowler,1923).




Synoniem:
Priapichthys huberi Fowler,1923Furcipenis hubberi Hubbs,1931.




Eerste beschrijving.:


Fowler,H.W. (1923):Fishes from Nicaragua.Proc.Aced.Nat.Sci.Philadelphia,vol.75,pp.23-32.Alfaro huberi werd het eerst beschreven door Fowler in 1923 en plaatste de soort in het genus Priapichthys.


Naamgeving:
Het Genus Alfaro heeft het visje te danken aan Dr. Anastasio Alfaro van het nationaal Museum in Costa Rica.De naam huberi werd gegeven ter ere van Dr. Huber.


Andere soorten in dit Genus.
Het Genus Alfaro bestaat slechts uit twee soorten te weten:Alfaro cultratus (Regan,1908).Alfaro huberi (Fowler,1923).


Verspreiding:
Alfaro huberi wordt slechts in een deel van Midden-Amerika gevonden, te weten in een stroom die zich van zuidelijk Guatemala tot Nicaragua uitstrekt.


Grootte:
In het gunstigste geval kan het vrouwtje 7 cm groot worden, het mannetje blijft enkele centimeter kleiner meestal rondom 3,5 tot 5 cm.Heel erg vaak blijft dit visje in het aquarium enkele centimeters kleiner, dan in het wild, de oorzaak hiervan is waarschijnlijk te wijten aan inteelt, en misschien ook door het niet regelmatig verversen van water .Wat eventueel ook nog een oorzaak zou kunnen zijn, is dat men niet het juiste voer ter beschikking heeft, net als bij vele andere levendbarende vissen is het noodzakelijk om voldoende levend en of diepvries voedsel meerdere keren per dag te verschaffen.





Uiterlijk:
Onder de groep levendbarende vissen is Alfaro huberi een bijzonder visje, dit komt door het uiterlijk en net als bij de groep Priapella`s hun blauwe ogen.De vorm van het lichaam van het mannelijke visje en ook een beetje van het vrouwtje lijkt een beetje op het lemmet van een mes.Verder is de mond naar boven gericht waardoor ze het voedsel gemakkelijk van het wateroppervlak kunnen pakken. (net als bij het genus Priapella).Bij voldoende licht is het visje wat groenachtig blauw van kleur, helaas op verschillende foto`s komt de kleur vaak niet tot hun recht (hierdoor lijken ze vaak wat bruinachtig van kleur). Ook zijn de ogen blauw van kleur waardoor dit visje betoverend over komt. Doordat ik vaak foto`s van levendbarende vissen maak, kwam ik in aanraking met dit visje, ik had dit visje echter nooit eerder gezien, eenmaal in mijn fotobakje werd ik totaal verliefd op dit zeer schitterende en mooie visje. Een van de redenen hiervan was het uiterlijk, maar ook de manier van zich voort bewegen sprak mij ontzettend aan, het is een rustige zwemmer, voor een fotograaf als dat ik ben komt dat erg goed uit, bij vele vissen raakt de fotograaf door de vele bewegingen gauw gestrest echter bij dit visje gebeurde dat niet, het mannetje zwom precies onder het vrouwtje, hierdoor kon ik schitterende foto`s van dit visje maken.




Verzorging:

Dit visje is nogal schuw van karakter, als ze niet genoeg beschutting om zich heen hebben, hierdoor kruipen ze vaak weg in de beplanting. In het aquarium bij mij komen ze steeds iets vaker naar voren,dit na enkele maanden in het aquarium al aanwezig te zijn, maar vaak zwemmen ze net onder een bosje waterpest, zodat mocht het te spannend voor ze worden, ze meteen weg kunnen duiken in de beplanting. Het afdekken van het aquarium is zeker aan te bevelen, dit vooral doordat het visje een nare gewoonte heeft om uit het aquarium te springen, het gemakkelijkste om dit euvel tegen te gaan is om het aquarium goed af te dichten door middel van een kap of een plaat glas. Alfaro huberi vind het erg prettig om veel planten om zich heen te hebben staan, een aquarium vanaf 60 cm is al geschikt voor dit visje, dat niet zo heel veel zwemt, wel houden ze van een kleine stroming waar ze tegen aan kunnen zwemmen, verder is het van levensbelang om net als bij de meeste levendbarende vissen het water minimaal 1 keer per week voor 1/3 te verversen. De temperatuur om deze vissen voor langere tijd te behouden ligt tussen de 24 en 28 graden Celsius met een pH van 8 en een dH van 5.



Voeding:
Wat het voedsel betreft is Alfaro huberi niet echt een moeilijke vis, ze lusten werkelijk alles wat ze voor geschoteld krijgen, wel is het aan te bevelen om veel levend of diepvries voedsel te gebruiken. Enkele voorbeelden wat ze erg graag eten zijn witte, zwarte en rode muggen larven, Artemia, cyclops, watervlooien, levende vliegen zonder vleugels deze worden vaak verkocht aan reptielen houders, maar ook gewoon droogvoer lusten ze erg graag. Tegenwoordig is er erg veel vervangend voedsel op de markt aanwezig, zoals vervanger van Artemia in droge vorm is erg aan te bevelen voor vele soorten levendbarende, kijk gerust eens op de site`van Vivani Fishfood., via het internet te vinden, wat deze mensen aanbieden is gewoon erg goed en zeker voor een ieder betaalbaar. Jonge Alfaro`s lusten alles wat hun ouders ook lusten, maar uiteraard niet te groot, verder zijn ze gemakkelijk op te kweken met Artemia nauplien en de hele kleintjes met tropisch infuus (pantoffeldiertjes).



Kweek:
Wat het doorkweken betreft is Alfaro huberi absoluut niet de gemakkelijkste onder de levendbarende tandkarpers, dit komt vooral doordat het vrouwtje in gevangenschap niet zo gemakkelijk tot paren over te halen is. Ook het paarritueel is best bijzonder te noemen, nadat het mannetje enige keren voor het vrouwtje is gaan zwemmen en enige keren zijn twee zijkanten heeft laten zien aan het vrouwtje, gaat het mannetje van de linker naar de rechter kant van het vrouwtje voordat ze uiteindelijk over gaan tot een paring, hiervoor heeft het echtpaartje wel enige zwemruimte nodig. Als het vrouwtje eenmaal bevrucht is, worden er na ongeveer 35 dagen een 25 tal jongen geboren die meteen weg moeten zwemmen voor het vrouwtje dat haar kroost als een lekkere snack ziet. De jongen zijn net ietsjes groter dan de Poecilia reticulata jongen, als men de jongen meerdere keren per dag voert zullen ze erg snel groeien. Na ongeveer 4 a 5 maanden zijn ze uit gegroeid tot geslachtsrijpe vissen, echter duurt het nog enkele tijd voordat ze tot hun maximale grootte uitgegroeid zijn. Enige tips die ik via Google gevonden heb over deze vissen, zijn om het vrouwtje enkele dagen voordat de jongen geboren worden apart in een klein aquarium te plaatsen met erg veel waterplanten hierin aanwezig, ook door middel van een scheiding s wandje in het aquarium aan te brengen waar wel de jongen van links naar rechts kunnen zwemmen maar niet de ouders, hierdoor kan men een nestje redden .Het is verstandig om de jongen meerdere keren per dag te voeren, zodat ze snel en gezond tot hun totale grote kunnen uitgroeien, het is aan te raden om het water meerdere keren per week voor 1/3 te verschonen, hierdoor verkomt men verzuring van het gemorste voedsel en ook voorkomt men eventuele ziektes.




Geschreven door Leo van der Meer.
Foto`s Leo van der Meer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten