zaterdag, februari 23, 2008

Op Zoek naar Zwaarddragers Mexico 2002 deel 1/2.

Op zoek naar Zwaarddragers.
Vervolg deel 1/2



Foto boven Xiphophorus helleri (rio Atoyac)

Donderdag 24 oktober
Richting Huejutla. Vetrek om 7.45 uur. We reden door een sprookjesachtig
mooi landschap met een veelheid aan kruid- en heesterachtigen vol bloemen
en ook veel bekende en onbekende agaven en cactussen.

1. Puente Río Venados (Metzquitlan)
Highway 150 passeert deze en de rivier ligt in een dal. Ook hier in de omgeving
veel cactussen. We waren eerst van plan om de auto tot vlak naast de rivier
te rijden, maar deze kwam vast te zitten tussen een boom en een muur.
Gelukkig lukte het om met vereende krachten ons vervoermiddel zonder schade
weer los krijgen. Daarop besloten we om de brug over te steken en vervolgens
daar naar beneden te lopen. De rivier had helder stromend water. De meeste
vissen vingen we in de kleine ondiepe aftakkingen, waar minder stroming
was.

Foto boven:Poeciliopsis gracilis.
Aangetroffen soorten:
• Poeciliopsis cf. gracilis
• Poecilia mexicana
• Pseudoxiphophorus jonesii
Temperatuur water 18ºC. Hoogte: 1.348 meter
20º27’50.4” N
95º40’20.1” W


Foto boven Xiphophorus pigmeas gold 1 vrouw en 2 mannen.

Hierna de afslag bij Ixtlahuaco naar Calnali. We hadden een prachtige rit
door de Sierra Madre Oriental. Na een heel stuk al slingerend te zijn
geklommen, arriveerden we ineens op de vlakke hoogvlakte. Ineens leek het
wel op ons platte landje. Onderweg gingen we eten in Zacualtipan in een
zeer eenvoudig uitziend vis- en garnalen restaurant. Alle gerechten werden
meteen na de bestelling bereid en het smaakte uitstekend. Hierna vervolgden
we onze tocht richting Calnali.


Foto boven Xiphophorus montazumae

2. Chicuapa
Dit is een klein riviertje voor Calnali bij twee huisjes onder de brug. Een
vrouw gebruikte het water om de was te doen. Aan de boom was met een
stuk touw een varken gebonden. Helder stromend water met een bodem van
rotsen en rolkeien. De rotsen waren begroeid met algen en op een aantal
plaatsen was er overhangend gras.

Foto boven Xiphophorus birchmanni.
Aangetroffen soorten:
• Pseudoxiphophorus jonesii
• X. cf birchmanni
• Cyprinodon
• Kreeftjes



Foto boven Cambarellus montezumae montezumae.
Deze vissen worden door de locale bevolking “poistas” genoemd.
Watertemperatuur: 21,5ºC. Hoogte: 1.014 meter.
20º53’30.7” N
98º36’40.2” W
Van Calnali naar Huejutla. Later bleek er een nieuwe weg binnendoor, maar
wij hadden nog een kaart van 2000 en hadden deze kortere route gemist.
Hierdoor waren we gedwongen om allerlei kleine onverharde weggetjes
binnendoor te nemen. Onderweg hadden we wel een paar keer een prachtig
uitzicht bij het langzaam omhoog klimmen op deze weggetjes. Helaas bleek
de weg niet erg eenvoudig te vinden en ondanks de vele malen dat LUIS de
richting vroeg, kregen we niet de indruk dat het erg opschoot. Een aantal
stukken van de weg bleken nauwelijks begaanbaar. Zeker toen het donker
begon te worden en we al geruime tijd onderweg waren begon de reis te
vervelen.

Foto boven Xiphophorus helleri (aquarium stam).
Uiteindelijk vonden we iemand die ons de kortste weg naar Huejutla
wist te wijzen en uiteindelijk kwamen we om 22.00 uur hier aan. Het door
DAVE MCALLISTER aangeraden hotel Posada vonden we aan de dure kant.
JUAN CARLOS nam het initiatief en vond het aan het plein gelegen hotel San
Carlos (what’s in a name) voor ongeveer een derde van de prijs (Pesos 350
per nacht voor 5 personen). Dit hotel bleek zeker in verhouding tot de lage
prijs een prima accommodatie te bieden.
Nadat we de auto hadden uitgeladen, namen we nog een snack bestaande
uit taco’s, gingen de vissen verschonen en naar bed.

Vrijdag 25 oktober
Aangezien het de vorige avond redelijk laat was geworden, stonden we later
op dan we gewend waren.
Na het controleren van de vissen, gingen we ontbijten en daarna naar de
bank om dollars te wisselen.
Vertrek om ca. 10.45 uur naar de Río Claro. Onderweg waren er erg veel
mistbanken en dus werden we gedwongen om erg langzaam te rijden. Op
een dergelijke hoogte in de bergen komt dit regelmatig voor en borden met
de tekst “zona de niebla” gaven dit ook reeds aan. In het mistgebied
fantastische varens langs de weg tussen de rotsen met bladeren van wel 1½
meter lang.
We namen vanaf Hwy 105 van Huejutla naar Pachuca de afslag richting
Otongo. Door het beperkte zicht konden we nog steeds niet opschieten en
pas nadat we in de richting van de vallei afdaalden, werd het zicht beter en
konden we (lees LUIS) weer wat doorrijden tot aan de rivier de Río Claro.


3 Tamala
Bij dit plaatsje is een brug over de Río Claro waar we vissen gingen vangen.
Een brede stromende rivier die net als bijna alle andere stromende waters
wordt gebruikt om te wassen. Brede rivier met sterke stroming in het midden
en een bodem van kiezels en zand. In de rivier zwom een aantal
muskuseenden. Op de oever zat een grote groep van verschillende soorten
vlinders.
Aangetroffen soorten:
• Gambusia vittata
• Xiphophorus sp
• Poecilia mexicana
• Cichliden
• Zalmpjes

20º59’43.9” N
98º48’00.0” W
Hoogte: 297 meter.
Watertemperatuur 24°C. Ph en Gh 8.
De vissen zijn moeilijk te vangen door de aanwezige grote stenen. Met een
handnet aan de andere oever lukte het om een aantal Xiphophorus te vangen.
Deze houden zich voornamelijk tussen de wortels van de bomen en het
overhangende gras op. Er waren geen waterplanten aanwezig. De gevangen
Xiphophorus zijn lastig te determineren.


Foto boven Xiphophorus birchmanni ____Foto boven Xiphophorus malinche.
Het is bekend dat in de natuur soorten als X. malinche en X. birchmanni samen
voorkomen en dat er ook hybriden tussen deze twee soorten aanwezig zijn.
Dit maakt het bepalen van de juiste soort er natuurlijk niet eenvoudiger op.
Naar mijn mening wordt het dan bijna ondoenlijk.
Naast de echte hybriden kunnen dan ook nog alle tussenvormen voorkomen en
of een gevangen vis dan nog X. malinche is of voor bijvoorbeeld driekwart uit deze soort
bestaat is niet meer te bepalen.
Zeker als we dan nog nagaan dat de soort in de natuur nog erg variabel is. En
was de eerst beschreven vis dan wel een ‘zuiver’ exemplaar?
Op de terugreis was er minder mist, maar veel vrachtauto’s en natuurlijk de
overal aanwezig topes (verkeersdrempels), waardoor het toch nog tot 18.45
uur duurt voordat we weer terug zijn in Huejutla. Na de maaltijd bezoeken
we het internet café, om de contacten met het thuisfront te onderhouden.
Nadat we het water van de vissen hebben ververst, gaan we om ongeveer
23.15 uur naar bed.
Einde deel 1 tweede episode.
Geschreven door Kees de Jong.
Foto`s Leo van der Meer.
Foto`s vanglokatie Kees de Jong.

vrijdag, februari 15, 2008

Op Zoek naar Zwaarddragers 2002.


Op zoek naar zwaarddragers Mexico 2002.

Deel 1.

Xiphophorus cortezi Rio Choy.
Nadat we in 2000 in Morelia en omgeving voornamelijk op zoek waren
geweest naar Goodeïden, waren JAN DE MOREE, LUDO COUVREUR en ik van
plan om ook nog eens kijkje te gaan nemen in het gebied waar de
zwaarddragers voorkomen. Met name in het Panuco stroomgebied in het
oosten van Mexico kunnen veel kleiner blijvende zwaarddragersoorten
worden aangetroffen. Aangezien we hadden begrepen dat dit ook qua overige
natuur een interessant gebied is, besloten we een reis te gaan plannen waarbij
we een aantal in het Panuco-stroomgebied aanwezig biotopen wilden
bezoeken. Ook wilden we tijdens onze reis tijd vrijmaken om ook iets van de
indrukwekkende Mexicaaanse cultuur te bekijken.


Xiphophorus variatus Rio Lagiuna.
Zondag 20 oktober
’s Ochtends om 11.30 vertrok ons vliegtuig richting Frankfurt vanwaar we
verder zouden vliegen naar Mexico City. Na een lange, maar verder
voorspoedig verlopen vlucht kwamen we om 19.00 uur locale tijd aan. In
onze herinnering duurde het passeren van de douane twee jaar geleden uren,
maar nu ging dit gelukkig een stuk sneller, zodat we een half uur later OMAR,
LUIS, RODOLFO HUGO en de een dag eerder aangekomen JUAN CARLOS konden
begroeten. Zij hadden die dag mede gebruikt om een geschikte auto te huren
en waren hier uiteindelijk in geslaagd. Het bleek niet eenvoudig te zijn om
een auto die voldeed aan onze eisen ten opzichte van de benodigde ruimte,
minimaal 6 zitplaatsen en voldoende ruimte voor veel bagage, voor een
redelijke prijs te bemachtigen. Vanuit Engeland hadden we reeds doorgekregen
dat Royal hiervoor een geschikt adres zou zijn, maar hier bleek niets meer
voorradig. Uiteindelijk bleek dat de Mexicaanse maatschappij Gold Rental
de beste prijs-kwaliteit verhouding bood. Voor pesos 15.500 (ongeveer •
1.550) konden wij een Dodge Van voor twee en een halve week huren.
Nadat we nog iets hadden gedronken, vertrokken we met deze auto naar
Morelia. Gelukkig reden OMAR en LUIS en konden wij rustig op de achterbanken
gaan hangen. Aangezien het mij wederom niet was gelukt om in het vliegtuig
echt te slapen was ik aardig vermoeid en blij dat ik half hangend op de bank
wel in slaap viel. Om ongeveer 2.00 uur kwamen we in Morelia aan, waar
we bij een hotel werden afgezet.

Xiphophorus cortezi Rio Huchihuacan.

Maandag 21 oktober
Om 8.00 uur kwam LUIS langs om ons op te halen. Deze dag hebben we
gebruikt om rond te kijken in Morelia en een bezoek te brengen aan het
Laboratorium van de universiteit. Helaas was aan de kwaliteit van de aanwezige
vissen wel te merken dat OMAR de laatste tijd voor zijn studie veel in Mexico
City verbleef. In vergelijking met twee jaar geleden was er veel minder nakweek
en ook de volwassen vissen waren in een minder goede conditie. Op deze dag
was OMAR echter ook in Morelia aanwezig en samen met hem hebben we een
gesprek gehad met Dr. EDMUNDO C. LÓPEZ BARBOSA de directeur van de
biologische faculteit van de universiteit. Hij gaf aan zeer enthousiast te zijn
over de werkzaamheden die OMAR in de afgelopen jaren op het gebied van de
Goodeïden had verricht. Verder hebben we nog aan hem uit moeten leggen,
waarom wij nu precies in deze groep vissen geïnteresseerd zijn. We konden
gebruik maken van de op de universiteit aanwezige internetvoorzieiningen om
een eerste mailtje naar huis te sturen. Ook tijdens de rest van de vakantie
hebben we op deze wijze contact onderhouden met het thuisfront. Dit is op
veel plaatsen in Mexico mogelijk en heeft als bijkomend voordeel dat het
tijdsverschil niet meer van belang is. In Nederland is het zeven uur later en
anders is het tijdens een reis lastig om telkens op het juiste tijdstip te bellen. Met
behulp van een hotmail account is dit eenvoudig te voorkomen.
Op het lab hadden we intussen de zaken uitgezocht die we nodig hadden en
in onze busje geladen. Luis zou ons tijdens de reis richting het Panuco
stroomgebied vergezellen en ook hij nam de zaken mee die nodig waren.
Die avond konden wij bij PATRICIA M. GALLO DE PÉREZ, een vriendin van
OMAR’S moeder slapen. Een heel genereus aanbod, wat ons de mogelijkheid
bood om een veilige thuisbasis in Morelia te hebben. We hadden twee prima
kamers en kregen elke ochtend dat we hier verbleven een prima ontbijt.

Xiphophorus cortezi Rio Vinasco.

Dinsdag 22 oktober
Na een uitgebreid ontbijt kwam LUIS ons om 8.30 uur met de auto bij het huis
van PATRICIA ophalen. Op deze dag zouden we geen vissen gaan vangen,
maar een bezoek gaan brengen aan het ten noorden van Mexico City gelegen
Tula in de staat Hidalgo. Hier zijn nog overblijfselen van de Tolteken te vinden.
Via de dijk door het Lago de Quitzeo namen we de snelweg hier naar toe,
waarna we om 14.30 uur in Tula waren.


Xiphophorus milleri aquarium stam.
Het plaatsje zelf is niet veel bijzonders en het schijnt dat de huizen vroeger
werden gebouwd met stenen van de Tolteekse ruïnes. De overblijfselen van
de Tolteekse cultuur op ongeveer drie kilometer afstand van het plaatsje zijn
wel interessant. Deze cultuur had haar hoogtepunt van 950 tot 1160. Het
meest opvallende zijn de restanten van de tempel van de morgenster met een
aantal zuilen, die dienden om grote dakconstructies te dragen en vier atlanten.
Dit zijn ongeveer 4,5 m hoge zuilen als Tolteekse krijgslieden in officieel
dracht: een plat hoofddeksel, een borstplaat in de vorm van een vlinder en
een rond rugschild. Verder zijn er nog twee balspeelplaatsen, de restanten
van een paleiscomplex, de gedeeltelijk uitgegraven grote piramide en de
slangenmuur, de coatlpantli. Her en der zijn nog muurschilderingen te vinden
en ook van de fries is her en der nog iets zichtbaar.


Xiphophorus multilineatus Rio Choy.
Hierin zijn menselijke offers, slangen die mensen verslinden, jaguars met geofferde mensenharten
in de bek en adelaars met mensenhoofden zichtbaar. In de loop der tijden zijn
de kleuren van alle schilderingen verdwenen, waardoor een groot deel van
het effect verdwenen is. Desondanks bleek Tula het bezoek meer dan waard.
Veel van de geschiedenis van de Tolteken is gebaseerd op informatie die de
Azteken in de vorm van verhalen en legendes aan de Spanjaarden doorgaven.
Veel opvattingen over dit volk zijn tegenstrijdig en de interpretaties er van
verschillen ook sterk. De Tolteken waren immigranten uit het noorden, die
vaak als voorlopers van de Azteken worden beschouwd. Een belangrijke
persoon in de geschiedenis van de Tolteken is Quetzalcóatl, een leider die
door onderlinge rivaliteit in 950 werd verdreven en waarvan werd gezegd
dat hij als god later nog eens over zee terug naar Mexico zou keren. Bij de
komst van de Spanjaarden speelde deze mythe voor de Azteken een
belangrijke rol.


Xiphophorus signum aquarium stam.
Na enig zoeken vonden we in Tula het in het centrum gelegen hotel Casablanca
wat voor 540 pesos drie goede tweepersoons kamers bood. We nuttigden de
maaltijd op de plaatselijke markt (mercado) waar alle potentiële klanten door
de verschillende eigenaren van de etenskraampjes enthousiast werden begroet.
Het eten was spotgoedkoop en de kwaliteit ging. Alle gerechten worden ter
plekke bereid en dit houdt over het algemeen in dat alles wordt gebakken in
olie. Gevolg is wel dat het eten op z’n zachts gezegd redelijk vet is.

Xiphophorus variatus Rio Lagiuna.
Woensdag 23 oktober
Deze dag wilden we de ruines van de Azteekse stad Teotihuacán bezoeken.
Dit is één van de grootste toeristische attracties in Mexico. Na een lastige rit
door een deel van Mexico City, waar het niet eenvoudig bleek om de juiste
richting meteen te vinden. Een juiste aanduiding van de richting hadden we
op de borden niet gezien en we kwamen dan ook in de verkeersdrukte van
deze wereldstad terecht. Dankzij het goede rijden van Luis kwamen we na
enig zoeken en informatie vragen echter weer op de juiste weg terecht.
Teotihuacán ligt in de vallei van Mexico en is een toeristische trekpleister.
Het meest opvallende zijn de twee grote piramiden, waarvan de grootste
(zon) de derde van de wereld is. Alleen de piramides van Cholula en het
Egyptische Cheops zijn groter. Naast de twee grote piramides zijn ook de
Avenida de los Muertes en omringende gebouwen zeer indrukwekkend.
Teotihuacán was vermoedelijk de grootste pre-Spaanse stad in Mexico waar
op het hoogtepunt ongeveer 200.000 mensen woonden.


Xiphophorus nigrensis.
Op het terrein zijn zeer veel verkopers van allerlei souvenirs aanwezig. De
prijzen van deze souvenirs verschillen enorm en het afdingen is een enorme
sport. Het is echter nauwelijks te bepalen wat de te koop aangeboden zaken
nu eigenlijk waard zijn en het is dan ook maar net wat een gek er voor wil
geven. Vasthoudend zijn de verkopers echter wel en het beginnen van de
onderhandeling leidt al snel tot lange discussies over de prijs.
Na het bezoek aan deze imposante architectuur reden we verder in noordelijke
richting. Bij Pachuca (toch nog 1 miljoen inwoners) aangekomen besloten
we eerst in de buurt nog te kijken of we een interessant biotoop konden
vinden. We reden door in de richting van het zeer welvarende Chico, waarbij
we het in het oog springende Christus beeld bovenop de berg passeerden.
Een onderweg bestudeerd stuwmeer leverde niets op. Ondanks de regen
was de weg door de bergen echter erg fraai. Onderweg waren er veel
naaldbomen waar grote groepen Tillandsia’s in groeiden.

Xiphophorus xipidium.
De snelstromende rivier die we in het Parque Nacional el Chico monsterden leverde ook niets
op. In de inmiddels stromende regen stapten LUIS en ik weer in de auto en
vertrokken we weer naar Pachuca om een slaapplaats voor de nacht te
vinden.
In het centrum van Pachuca vonden we Hotel Americana waar een
tweepersoonskamer slechts 150 pesos kostte. In het hotel was er enigszins
sprake van achterstallig onderhoud.
De gaten in de houten vloer onder de vloerbedekking vereisten wel enige aandacht bij het
in en uit bed stappen.
Na een eenvoudige maaltijd en een bezoek aan het internet café, zochten we
onze schone bedden op.
Einde deel 1.
Een veel gestelde vraag aan mij luid steeds heeft u alle vissen thuis zitten.
Uiteraard heb ik niet alle vissen thuis zitten, mijn hobby is het fotograferen van levendbarende vissen.
Tekst Kees de Jong.
Foto Leo van der Meer.

zaterdag, februari 02, 2008

Alfaro huberi.(Fowler,1923).




Synoniem:
Priapichthys huberi Fowler,1923Furcipenis hubberi Hubbs,1931.




Eerste beschrijving.:


Fowler,H.W. (1923):Fishes from Nicaragua.Proc.Aced.Nat.Sci.Philadelphia,vol.75,pp.23-32.Alfaro huberi werd het eerst beschreven door Fowler in 1923 en plaatste de soort in het genus Priapichthys.


Naamgeving:
Het Genus Alfaro heeft het visje te danken aan Dr. Anastasio Alfaro van het nationaal Museum in Costa Rica.De naam huberi werd gegeven ter ere van Dr. Huber.


Andere soorten in dit Genus.
Het Genus Alfaro bestaat slechts uit twee soorten te weten:Alfaro cultratus (Regan,1908).Alfaro huberi (Fowler,1923).


Verspreiding:
Alfaro huberi wordt slechts in een deel van Midden-Amerika gevonden, te weten in een stroom die zich van zuidelijk Guatemala tot Nicaragua uitstrekt.


Grootte:
In het gunstigste geval kan het vrouwtje 7 cm groot worden, het mannetje blijft enkele centimeter kleiner meestal rondom 3,5 tot 5 cm.Heel erg vaak blijft dit visje in het aquarium enkele centimeters kleiner, dan in het wild, de oorzaak hiervan is waarschijnlijk te wijten aan inteelt, en misschien ook door het niet regelmatig verversen van water .Wat eventueel ook nog een oorzaak zou kunnen zijn, is dat men niet het juiste voer ter beschikking heeft, net als bij vele andere levendbarende vissen is het noodzakelijk om voldoende levend en of diepvries voedsel meerdere keren per dag te verschaffen.





Uiterlijk:
Onder de groep levendbarende vissen is Alfaro huberi een bijzonder visje, dit komt door het uiterlijk en net als bij de groep Priapella`s hun blauwe ogen.De vorm van het lichaam van het mannelijke visje en ook een beetje van het vrouwtje lijkt een beetje op het lemmet van een mes.Verder is de mond naar boven gericht waardoor ze het voedsel gemakkelijk van het wateroppervlak kunnen pakken. (net als bij het genus Priapella).Bij voldoende licht is het visje wat groenachtig blauw van kleur, helaas op verschillende foto`s komt de kleur vaak niet tot hun recht (hierdoor lijken ze vaak wat bruinachtig van kleur). Ook zijn de ogen blauw van kleur waardoor dit visje betoverend over komt. Doordat ik vaak foto`s van levendbarende vissen maak, kwam ik in aanraking met dit visje, ik had dit visje echter nooit eerder gezien, eenmaal in mijn fotobakje werd ik totaal verliefd op dit zeer schitterende en mooie visje. Een van de redenen hiervan was het uiterlijk, maar ook de manier van zich voort bewegen sprak mij ontzettend aan, het is een rustige zwemmer, voor een fotograaf als dat ik ben komt dat erg goed uit, bij vele vissen raakt de fotograaf door de vele bewegingen gauw gestrest echter bij dit visje gebeurde dat niet, het mannetje zwom precies onder het vrouwtje, hierdoor kon ik schitterende foto`s van dit visje maken.




Verzorging:

Dit visje is nogal schuw van karakter, als ze niet genoeg beschutting om zich heen hebben, hierdoor kruipen ze vaak weg in de beplanting. In het aquarium bij mij komen ze steeds iets vaker naar voren,dit na enkele maanden in het aquarium al aanwezig te zijn, maar vaak zwemmen ze net onder een bosje waterpest, zodat mocht het te spannend voor ze worden, ze meteen weg kunnen duiken in de beplanting. Het afdekken van het aquarium is zeker aan te bevelen, dit vooral doordat het visje een nare gewoonte heeft om uit het aquarium te springen, het gemakkelijkste om dit euvel tegen te gaan is om het aquarium goed af te dichten door middel van een kap of een plaat glas. Alfaro huberi vind het erg prettig om veel planten om zich heen te hebben staan, een aquarium vanaf 60 cm is al geschikt voor dit visje, dat niet zo heel veel zwemt, wel houden ze van een kleine stroming waar ze tegen aan kunnen zwemmen, verder is het van levensbelang om net als bij de meeste levendbarende vissen het water minimaal 1 keer per week voor 1/3 te verversen. De temperatuur om deze vissen voor langere tijd te behouden ligt tussen de 24 en 28 graden Celsius met een pH van 8 en een dH van 5.



Voeding:
Wat het voedsel betreft is Alfaro huberi niet echt een moeilijke vis, ze lusten werkelijk alles wat ze voor geschoteld krijgen, wel is het aan te bevelen om veel levend of diepvries voedsel te gebruiken. Enkele voorbeelden wat ze erg graag eten zijn witte, zwarte en rode muggen larven, Artemia, cyclops, watervlooien, levende vliegen zonder vleugels deze worden vaak verkocht aan reptielen houders, maar ook gewoon droogvoer lusten ze erg graag. Tegenwoordig is er erg veel vervangend voedsel op de markt aanwezig, zoals vervanger van Artemia in droge vorm is erg aan te bevelen voor vele soorten levendbarende, kijk gerust eens op de site`van Vivani Fishfood., via het internet te vinden, wat deze mensen aanbieden is gewoon erg goed en zeker voor een ieder betaalbaar. Jonge Alfaro`s lusten alles wat hun ouders ook lusten, maar uiteraard niet te groot, verder zijn ze gemakkelijk op te kweken met Artemia nauplien en de hele kleintjes met tropisch infuus (pantoffeldiertjes).



Kweek:
Wat het doorkweken betreft is Alfaro huberi absoluut niet de gemakkelijkste onder de levendbarende tandkarpers, dit komt vooral doordat het vrouwtje in gevangenschap niet zo gemakkelijk tot paren over te halen is. Ook het paarritueel is best bijzonder te noemen, nadat het mannetje enige keren voor het vrouwtje is gaan zwemmen en enige keren zijn twee zijkanten heeft laten zien aan het vrouwtje, gaat het mannetje van de linker naar de rechter kant van het vrouwtje voordat ze uiteindelijk over gaan tot een paring, hiervoor heeft het echtpaartje wel enige zwemruimte nodig. Als het vrouwtje eenmaal bevrucht is, worden er na ongeveer 35 dagen een 25 tal jongen geboren die meteen weg moeten zwemmen voor het vrouwtje dat haar kroost als een lekkere snack ziet. De jongen zijn net ietsjes groter dan de Poecilia reticulata jongen, als men de jongen meerdere keren per dag voert zullen ze erg snel groeien. Na ongeveer 4 a 5 maanden zijn ze uit gegroeid tot geslachtsrijpe vissen, echter duurt het nog enkele tijd voordat ze tot hun maximale grootte uitgegroeid zijn. Enige tips die ik via Google gevonden heb over deze vissen, zijn om het vrouwtje enkele dagen voordat de jongen geboren worden apart in een klein aquarium te plaatsen met erg veel waterplanten hierin aanwezig, ook door middel van een scheiding s wandje in het aquarium aan te brengen waar wel de jongen van links naar rechts kunnen zwemmen maar niet de ouders, hierdoor kan men een nestje redden .Het is verstandig om de jongen meerdere keren per dag te voeren, zodat ze snel en gezond tot hun totale grote kunnen uitgroeien, het is aan te raden om het water meerdere keren per week voor 1/3 te verschonen, hierdoor verkomt men verzuring van het gemorste voedsel en ook voorkomt men eventuele ziektes.




Geschreven door Leo van der Meer.
Foto`s Leo van der Meer