zondag, december 07, 2008

Guppen 2

Guppen, beginnersvissen voor de specialist deel II

Filegreen guppy (Rob Starmans)


Gedrag en voortplanting:
Over het algemeen is de gup een levendige en vitale vis. Guppen zijn
altijd bezig. Een groot deel van de dag vullen de vissen met het afgrazen
van planten en decoratiemateriaal op zoek naar algen.
Guppen behoren tot de familie der levendbarende tandkarpers en brengen
volgroeide jongen ter wereld. De eitjes komen in het lichaam van het
vrouwtje tot ontwikkeling. Bij de gup worden de jongen gedurende de
embryonale ontwikkeling niet door de moeder gevoed. Er is dus eigenlijk
sprake van een verregaande vorm van broedzorg. Vlak voor de geboorte
doorbreken de jongen het eiomhulsel. De gup wordt dan ook wel eilevendbarend
of ovovivipaar genoemd. Deze vorm van voortplanten vereist
dat het sperma van het mannetje in het lichaam van het vrouwtje gebracht
wordt. Dit is mogelijk door een aantal aanpassingen.De meest
opvallende is wel de duidelijk andere vorm van de aarsvin van het
mannetje. Door de vergroeiïng van een aantal vinstralen is een orgaan
ontstaan dat geschikt is voor inwendige bevruchting: het gonopodium.
Aan het eind van het gonopodium zit een aantal haakjes.

Venuzuala (Rickling Bremen).
Deze spelen een belangrijke rol bij de voortplanting. Het beschadigen van het gonopodium
levert dan ook problemen op bij de paring. Hoewel dit mannelijke geslachtsorgaan
een enigszins regenererend vermogen heeft, maakt een te
ernstige beschadiging het mannetje ongeschikt voor de kweek.
Voordat het tot een paring komt, wordt er door de mannetjes een
uitgebreide balts uitgevoerd. Tijdens de balts zwemt het mannetje trillend
en met samengeknepen vinnen in de buurt van het vrouwtje. Gedurende
de balts kan een aantal zwarte vlekken op het lichaam van het mannetje
intensiever kleuren. De kleuren van het mannetje spelen een belangrijke
rol bij de bereidheid van de vrouwtjes om tot een paring te komen.
Wanneer er vijanden aanwezig zijn, is het mannetje tijdens deze
intensieve balts kwetsbaar. Al zijn energie en aandacht is op het vrouwtje
Alvorens dit artikel te lezen is het goed het eerste deel nog eens door
te nemen dat is opgenomen in no.6 van 2003 dat echter begin dit jaar
is verschenen.

Roleo Endler creatie door toeval (Leo en Rob)
van zijn dromen gericht. Onderzoek van JOHN A. ENDLER heeft
aangetoond dat de aanwezigheid van predatoren, in dit geval een
snoekcichlide Crenicichla alta, van invloed is op de balts. Wanneer zijn
leven in gevaar komt tijdens de balts, zal het mannetje deze achterwege
laten en zijn toevlucht nemen tot een snelle paringspoging. Pas wanneer
de lichtintensiteit lager wordt gaat het mannetje weer over op een
uitgebreide balts met een grotere kans op een succesvolle paring.
Hoewel het vrouwtje een passieve rol lijkt te spelen ten opzichte van het
uiterst actieve mannetje, is haar gedrag voor een succesvolle bevruchting
van het grootste belang. In de meeste gevallen zal het vrouwtje niet
bereid zijn tot paring. Ze kan dit op drie manieren aan het mannetje
duidelijk maken. In de eerste plaats door
weg te zwemmen. In de twee plaats door
zich tegen de bodem aan te drukken,
waardoor het mannetje haar niet van
onderen kan benaderen. De meest extreme
afwijzing is bijten naar het te enthousiaste mannetje.
Pas wanneer het vrouwtje stil staat kan het mannetje de spermapakketjes
of spermatoforen overbrengen. Hiervoor draait hij zijn gonopodium naar
voren en haakt dit met behulp van de kleine haakjes aan het uiteinde aan
het vrouwtje vast. Vervolgens worden de spermapakketjes overgebracht.
Vroeger bestond de indruk dat het voor een paring niet noodzakelijk zou
zijn dat er fysiek contact tussen het mannetje en het vrouwtje plaats zou
vinden. Men ging ervan uit dat de mannetjes hun sperma in de richting
van de vrouwtjes schoten en dat deze het dan in het lichaam opnamen.
Later onderzoek heeft aangetoond dat het voor een overdracht van
spermapakketjes wel noodzakelijk is dat er contact tussen het mannetje
en het vrouwtje plaatsvindt. De meeste pogingen van het mannetje
houden dan ook geen bevruchting van het vrouwtje in.

Rood Blond (Aquarium winkel)
Indien er wel sprake is van een bevruchting, dan zal het vrouwtje een
aantal spermapakketjes opslaan. Hoewel deze eigenschap vaak 'voorraadbevruchting'
wordt genoemd, is het beter om van 'het in voorraad
hebben van sperma' te spreken. Voordat er nieuwe eitjes worden
bevrucht, moeten deze zich na het werpen van de jongen nog
ontwikkelen. Wanneer de eitjes rijp zijn, worden ze door het in het
lichaam aanwezige sperma bevrucht. De voorraad sperma is voldoende
om tot ongeveer acht maal jongen te werpen. Het aantal jongen dat na de
derde worp wordt geboren, daalt snel omdat de spermavoorraad steeds
POECILIA NIEUWS 3/2004 - PAGINA 26
meer uitgeput raakt. Het opslaan van sperma komt overigens bij alle
levendbarende tandkarpers, dus ook bij zwaarddragers en molly's, voor.
Een bevrucht vrouwtje kan dus al de basis voor een groot aantal jongen
vormen. Zeker in de natuur is dit een groot voordeel. Eén geïsoleerd
vrouwtje is voldoende voor een nieuwe populatie levendbarende
tandkarpers.

Filegreen Endler (Rob starmans).


Wanneer de omstandigheden goed zijn werpt het vrouwtje ongeveer eens
in de vier weken jongen. Is er sprake van ongunstige omstandigheden,
bijvoorbeeld een lage temperatuur of onvoldoende voedsel, dan zal het
vrouwtje de bevruchting van de in het lichaam aanwezige eitjes uitstellen
tot het moment dat zich gunstiger omstandigheden voordoen. Overigens
kan een bevrucht vrouwtje altijd met een ander mannetje paren. Voor de
bevruchting van de eitjes zal ze het meest verse sperma gebruiken.
De hoeveelheid jongen per worp wordt door een groot aantal factoren,
waaronder de temperatuur, de voeding van de kweekstam en de gezondheidstoestand
van het vrouwtje, bepaald. Het aantal jongen per worp kan
variëren van tien tot meer dan honderd.
Kweekvormen
Het gros van de guppen dat tegenwoordig in het aquarium wordt
gehouden, verschilt dusdanig van de visjes die in 1908 werden ingevoerd,
dat het soms lijkt of het om een andere soort gaat. De tegenwoordig
gehouden vormen zijn dan ook bijna allemaal kweekvormen. Er zijn niet
veel aquariumvissen waarvan zoveel kleur- en vormvariëteiten zijn als bij
de gup. Naast het feit dat de guppen per plaats van herkomst van vorm en
kleur verschillen, treden er redelijk snel mutaties op. Deze mutaties
kunnen zowel betrekking hebben op de kleur als de vorm van de vinnen.
In de natuur maken deze veranderingen de vissen extra kwetsbaar voor
mogelijke predatoren, maar in de beschermde omgeving van het
aquarium zullen ze in leven blijven. Het selectief kweken van deze
mutaties en het kruisen van de verschillende wildvormen dienden als
basis voor de vele op dit moment aanwezige variëteiten.
Reeds lange tijd worden er door kwekers over de hele wereld guppen
gekweekt. Onderling worden er door de kwekers wedstrijden
georganiseerd waarin de guppen worden beoordeeld.

Kleur onbekend (aquarium winkel)

Binnen Europa
hebben de in het kweken van guppen gespecialiseerde verenigingen zich
georganiseerd in het Internationales Kuratorium Guppy Hochzucht
(I.K.G.H.). Deze organisatie heeft keuringsregels uitgevaardigd aan de
hand waarvan de guppen worden gekeurd. Binnen Europa wordt een
POECILIA NIEUWS 3/2004 - PAGINA 27
aantal tentoonstellingen gehouden. De resultaten van deze tentoonstellingen
zijn de basis voor het Europees kampioenschap. In Nederland
is POECILIA NEDERLAND bij de I.K.G.H. aangesloten; voor België is dit
de B.G.V., de Belgische Guppy Vrienden.
Bij de guppententoonstellingen wordt er aan de hand van een aantal
kenmerken gekeurd. Op dit moment worden alleen de mannetjes gekeurd.
Elke kweker stuurt per inzending drie zoveel mogelijk op elkaar lijkende
mannetjes in. Vrouwtjes worden op dit moment slechts af en toe, bij
wijze van proef, gekeurd. De nadruk ligt bij de keuring op de vorm van
de vinnen, de basis- of grondkleur en de dekkleur.

Rood blond (Kees de Jong).

Het meest in het oog springende kenmerk is de vorm van de vinnen. Bij
elke staartvorm hoort een bepaalde vorm van de rugvin. Hoewel er een
groot aantal vormen te onderscheiden is, wordt over het algemeen de
triangelgup te koop aangeboden. Deze vorm bezit een grote, breed
uitlopende staart. Ook zwaardguppen worden af en toe in de winkel
aangetroffen. Bij deze vorm is de boven- en/of onderkant van de staart
zwaardvormig verlengd. De vormen met de korte vinnen, zoals de spadeen
de rondstaart, treft men praktisch alleen bij gespecialiseerde
liefhebbers aan. Alleen al over de kleuren die we bij de guppen aan
kunnen treffen, zou een heel boek kunnen worden geschreven. De bonte
mengeling van kleuren zoals die bij een winkelier te zien is bij een groep
mannetjesguppen, zal altijd de ogen naar zich toe trekken. De kleuren van
de gup zijn in twee soorten te verdelen: de basis- of grondkleur en de
dekkleuren.

Bleu Top Sword Endler (August van Rijn)


Onder de grondkleur wordt de kleur van de schubben verstaan. Over deze
kleur liggen vaak de fraaie dekkleuren, waardoor de grondkleur vaak
slecht is te zien. Op de kop van de gup, waar geen dekkleuren op zitten, is
de grondkleur vast te stellen. De meest bekende grondkleur is de
dominante (overheersende) wildkleur. Naast de dominante wildkleur
komen ook nog recessieve oftewel ondergeschikte (blond, blauw, goud en
albino) en drie dubbelrecessieve grondkleuren (crème, zilver en wit)
voor. Voor de kweek is de vraag of er sprake is van een dominante, recessieve
of dubbelrecessieve grondkleur van het grootste belang. De
dekkleuren variëren van rood, paars en geel tot zwart. Ook zijn er
bepaalde tekeningen zoals de slangehuid-kleurslag, waarbij er sprake is
van een fijne tekening van zwart en geel. De combinatie van grondkleur,
dekkleur en vorm van de vinnen heeft er voor gezorgd dat er een enorme
variëteit aan mannetjes bestaat.

Tiger hybride onder,boven Roleo (Creatie Endlers).

Hoewel de vrouwtjes vaak minder
opvallend van vorm en kleur zijn, spelen ze een belangrijke rol voor de
kwaliteit van het nageslacht. Niet alleen de zichtbare kenmerken, maar
ook de aanwezige recessieve kenmerken zijn van belang bij de kweek.
Veel informatie over de erfelijkheidsleer bij guppen is te vinden in het
boek Der Guppy van HANS-GÜNTER PETZOLD.
Om te komen tot een goede kweekstam, waarbij de jongen zoveel
mogelijk op hun ouders lijken, is veel geduld en kennis nodig. Zeker
wanneer wordt begonnen met enkele vissen uit de winkel is een bijna
eindeloos geduld nodig. Meestal gaat het bij de op deze wijze verkregen
guppen om mannetjes en vrouwtjes uit verschillende stammen, waarvan
niets over de niet-zichtbare kenmerken bekend is. De nakweek van twee
van dergelijke dieren hoeft dan ook in het geheel niet op de ouders of
zelfs maar op elkaar te lijken. Het is dan ook beter om van een
gevorderde kweker enkele vissen uit een redelijk vast verervende stam te
krijgen. Onze vereniging op het gebied van levendbarende tandkarpers
biedt hiertoe goede mogelijkheden.

Spontane naald staart Roleo (Leo van der Meer).


Het hebben van een goede kweekstam is niet per definitie een garantie
voor succes. Niet alle kweekvormen zijn even makkelijk te kweken. De
guppen met een recessieve of een dubbel-recessieve grondkleur zijn
bijvoorbeeld veel minder vruchtbaar dan de vissen met de wildkleur. Om
mooie gezonde nakweek te krijgen moet ook aan de opfok van de jongen
de nodige tijd worden besteed. Af en toe een beetje droogvoer op het
water strooien is zeker niet voldoende.
In dit artikel zijn een aantal aspecten met betrekking tot de gup aan de
orde gekomen. Het is echter nog maar het topje van de ijsberg. Niet voor
niets worden er complete boeken en veel (wetenschappelijke) artikelen
aan deze interessante vis gewijd. Ik hoop echter dat het duidelijk is
geworden dat de gup veel meer dan levend voer is.

Ook in de nutuur ontstaan creatie`s zie boven.

Literatuur:
Petzold, Hans-Günter Der Guppy, A. Ziemsen Verlag 1988, ISBN 3-7403-0164-3
Posseckert, Bernd "Die Schwerttypen....ein Rückblick", ZAG Lebendgebärende
Zahnkarpfen, 3/87
Meffe, Gary K & Franklin F. Snelson Ecology & evolution of livebearing fishes
(Poeciliidae), Prentice Hall 1989, ISBN 0-13-222720-7
Endler, John A. "Predation, light intensity and courtship behaviour in Poecilia reticulata
(Pisces: Poeciliidae)", Animal Behaviour 1987, blz. 1376-1385
Luckmann, Hans Guppen, Thieme & Cie Zutphen 1979, ISBN 9003 919704
Merino, Juan-Carlos "De 'Don Juan' onder de guppen", Poecilia Nieuws 5/93
Hieronimus, Harro "Was ist eigentlich 'Endlers Guppy'?" DGLZ Rundschau 4/92
Schröder, J.H., Erfelijkheidsleer voor de aquariumhouder, Thieme-Zutphen
Foto`s Leo van der Meer.
Tekst Kees de Jong.

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Sorry hoor maar er eentje die is onbekend die kleur dat is Jodium kleur :|

Anoniem zei

jodium kleur?
het is in elk geval een HB (HalfBlack).

Zeker een interessant stuk, ga zo door

Anoniem zei

Ben er na het lezen van dit stuk gelijk achtergekomen waarom mijn guppen niet zo vaak jongen :(.
Hebben namelijk een recessieve grondkleur (blond) maar..heb ze zelf zo gekweekt..vind ze hoewel ze verder geen enkele kleur hebben gewoon mooi! Nu voor de eerste keer jongen (blond x wit met oranje dekkleur) en (blond x wildkleur met zwart/blauwe dekkleur) zo benieuwd hoe de jongen worden!

Anoniem zei

hoe lang kan een vrouwtje uitstellen om te bevallen?

Anoniem zei

28 dagen toch

Anoniem zei

Is dat echt 28 dagen? Ik heb nl 2 damesguppen al een week of 8 zonder man. Nu een paar hele kleine guppie erbij. Is dus langer dan 4 weken..

Anoniem zei

Guppy's blijven mijn favo visjes. Ze zijn zo mooi en mak. Als je ze uit je handen voer en dit vaker doe dan kan je ze zelfs voorzichtig aaien. Het enige jammere is dat guppies zich zo enorm snel voortplanten. Ik heb daarom maar een grotere vis erbij gedaan om de populatie in de hand te houden. Ook van deze pagina leer ik weer meer over het guppy. Als extra aanvulling is deze pagina ook handig: Guppy's - Poecilia reticulata

Anoniem zei

Guppy's zijn levendbarende. Dat betekend dat ze levend ter wereld worden geworpen. Maar het komt vaker voor dat ze uitkomen als ze net het water raken. Eigenlijk is de gup eierlevendbarend maar we noemen ze levendbarende guppies.

http://www.visaquarium.nl/a/Guppies-zijn-levendbarenden