vrijdag, februari 16, 2007

Neoheterandria elegans.

Neoheterandria elegans.


Het vrouwtje Neoheterandria elegans.


Synoniem : Geen.

Eerste beschrijving :Garman,S (1895) The cyprinodons.
Mem.Mus.Comp Zool., vol, 19,no.1:pp.1-179.




Een koppeltje Neoheterandria elegans.

Naamgeving:
Neo betekent:nieuwe.
Heter in het latijns hetras en dat betekent : verschillend.
andria betekent : manelijk.
elegans betekent : schoon,sierlijk.

Dus vrij vertaald betekent de naam Neoheterandria elegans, Nieuwe verschillende mannelijke schoonheden.

Verder valt deze groep onder de groep vissen Levendbarenden wat betekent dat ze levenden jongen ter wereld brengen.
Tandkarpers is de groep vissen waar ze in onder verdeelt zijn wetenschappelijk.




Vrouw Neoheterandria elegans.

Verspreiding : Rio Truando Colombia.


De rivier waar neoheterandria elegans voor komt foto komt van internet.
Uiterlijk :Bij de mannetjes wordt het glinsterende zilver
door een aantal onregelmatig brede dwarsbanden onderbroken.Zowel in de rugvin als de staartvin is kleur te ontdekken. Op het lichaam van het vrouwtje is de grondkleur in hoofdzaak bruinachtig-groen.


Een vrouw Neoheterandria elegans.





Grootte : Dit is het kleinste levendbarende tandkarpertje in de groep
van de levendbarende tandkarpers,vaak wordt gedacht dat Heterandria formosa de kleinste is
maar Heterandria formosa is met zijn mannen ongeveer 2 cm en vrouwen ongeveer 4 cm net iets groter dan Neoheterandria elegans die net een fraktie kleiner is. Van Neohetrandria zijn de mannen tot ongeveer 2,5 cm en de vrouwtjes worden niet groter dan 3,5 cm.



Een volwassen koppel Neoheterandria elegans.


Temperatuur :De beste temperatuur ligt tussen de 23 graden celcius en 27 graden celsius maar net iets warmer of net iets kouder is ook niet echt een probleem.
Neonheterandria is eventueel zelfs op huiskamer temperatuur te houden in een klein aquariumpje van 20 liter.



Wat een klein vrouwtje zie blad.


Verzorging :Neoheterandria is niet echt een moeilijk visje om te houden maar enkele tips wil ik u graag geven. Het beste is om Neoheterandria elegans in een klein aquariumpje appart te houden. In het verleden wilde ik nog wel eens de fout maken om ze samen met wat grotere visjes samen in een aquarium te houden, helaas werden ze op lange duur onder drukt door de wat grotere vissen en hierdoor raakte ik ze dan
kwijt. Nu zet ik dit mooie visje in een klein aquariumpje apart met wat kleinere plantjes waar ze zich lekker in verschuilen kunnen meestal gebruik ik wat java mos en waterpest hiervoor. In deze fijnere planten kunnen de jongen die maar 2 mm lang zijn zich lekker schuil houden. Bij dit mooie visje zwemmen een paar kleine garnaaltjes bv vuur,bijen of Christel red garnaaltjes die het te veel aan algen op eten. Als bodem beddekking gebruik ik
Rivierzand die ik gewoon bij de bouw markt koop.





Een man van Neohetrandria elegans.


Als verlichting is het beste een speciale UV lamp te kopen zo dat dit visje zich op zijn mooist aan u kan tonen. Er wordt ook beweerd dat u dan meer jongen kunt krijgen maar daar geloof ik niet zo in. Maar als voor u een speciale UV lamp te duur is kunt u ook een gewone kleur 29 (warm wit) Philips gebruiken. Verder raad ik u aan om een klein binnen filtertje te gebruiken of gewoon een bruis steentje dit voldoet ook uitstekend. Verder raad ik u wel aan een dek ruit te gebruiken. Springen door het kleinste gaatje, is voor dit visje een uitdaging. Gevolg is dat u de volgende dag allemaal gedroogde visjes vindt, dat kan niet u voorkeur van uw hobby zijn. Als tip raad ik u aan om tussen het aquariumpje en het afdek ruitje en het lucht slangetje wat filter materiaal te doen.
De reden hiervan is dat zelfs dit kleine openingetje tussen aquariumpje en afdek ruitje groot genoeg is om door heen te springen (het lucht slangetje zorgt voor wat ruimte) vandaar dat ik wat schuim rubber tussen het aquariumpje en dek ruitje doe.





Wat een schoonheid.


Kweek : Het beste is om met een klein groepje te beginnen van bv 4 mannen en twee vrouwtjes het liefst van verschillende leeftijden, dit om het op eten van de jongen visjes door de ouders zoveel mogelijk te verkomen. Het bijzondere van Neoheterandria is dat de jongen niet in een worp door het vrouwtje worden los gelaten (zoals bij vele andere tandkarpers wel het geval is), maar dat er over een periode van enkele dagen tot een week bijna dagelijks een aantal jongen wordt geboren. In het lichaam van het vrouwtje zijn tijdens deze periode dan ook jongen in verschillende ontwikkelingsstadia aanwezig .De periode tussen de verschillende worpperiodes is 12 tot 14 dagen.






Twee volwassen vrouwtjes.


Dit verschijnsel wordt superfoetatie genoemd. Verder geeft de kweek weinig problemen als men ten minste wel over klein voedsel beschikt. De jongen zijn heel erg klein en zijn ongeveer 2 mm groot als ze te wereld komen. Als men voor voldoende schuil mogelijkheden zo als bv fijn bladderige waterplantjes zorgt, zodat de piep kleine jongen zich kunnen verschuilen tussen de fijne bladeren hiervan kunnen de jongen en de wat grotere visjes samen in het aquarium verblijven.
Verder is het heel erg belangrijk om over zeer klein en fijn voedsel te beschikken, maar hierover zo dadelijk meer.



Man Neoheterandria elegans.


Voedsel
: Iets wat heel erg belangrijk is bij dit kleine visje en de zeer kleine jongen is het voedsel. Heel vaak verspeelt men visjes door het verkeerde voedsel te gebruiken, en in dit geval is het voedsel heel dikwijls te groot. Het beste is voor dit visje om zeer fijn infuus voer zoals bv pantoffel diertjes te gebruiken. Verder is artemia-nauplien onmisbaar om dit visje te kweken. Verder kunt u stof fijn droog voedsel gebruiken tegenwoordig is er ook gedroogde artemia te koop bij de gespecialiseerde specialist te koop. Ik zal u nog een kleine opsomming geven van het voedsel, wat u ook hiervoor ook nog kunt gebruiken echter is hier niet zo gemakkelijk aan te komen dat is het volgende voedsel Azijn aaltjes,Tropische infuus, grindel wormpjes, fijne cyclops door u te vangen zomers met een fijn schep netje en door een zeer klein artemia zeefje gezeefd en verder al het zeer kleine levende slootvoer dat ook geschikt is voor uw oudere aquarium visjes.




Een volwassen koppel.


Woord van de schrijver : Dit stuk draag ik op aan mijn aller liefste vrouw die helaas de zeer zware ziekte kanker heeft, en hier iedere dag tegen moet vechten om deze verschrikkelijke ziekte te overwinnen. Ik draag dit stuk vooral op omdat ik haar vecht kracht en doorzetting vermogen zeer waardeer zij geeft mij de kracht om iedere keer voor u zulke mooie stukken te schrijven en te fotograveren. Zonder haar had ik nooit zulke mooie stukken kunnen schrijven, en haar kritiek op sommige foto`s heeft mij geholpen om zulke mooie foto`s te kunnen maken van de vele verschillende aquarium vissen.

Literatuur : Ges Literatuur:.Michael Kempkes (2000): Levendbarende tandkarpers – Baarn: Tirion Uitgevers BV M.K. Meyer, L. Wischnath & W. Förster (1985): Lebendgebärende Zierfische. Arten der Welt – Melle: Mergus Verlag.Michael Kempkes & Frank Schäfer (1998): Lebengebärende der Weld – Mörfelden-Walldorf: A.C.S. (Aqualog)C. Tiron Poecilia Picasso onder water een aquarium blad van de werkgroep levendbarende tandkarpers, geschreven door verschillende leden van deze vereniging.



Gefotografeerd en geschreven door Leo van der Meer.


Kijk ook eens op http://www.poecilia.nl/

donderdag, februari 01, 2007

Xiphophorus variatus (meek,1904).

Xiphophorus variatus (Meek, 1904)


Vangplaats La Laguna 2000.

Synoniemen:
Platypoecilus variatus Meek, 1904

Nederlands naam:
Variatus platy. Voor de vele kweekvormen bestaan andere namen, zoals papagaai- en Hawaïplaty.





La Laguna 2000 nu met gele staart.

Beschrijving:
S.E. Meek (1904): The fresh water fishes of Mexico north of the Isthmus of Tehuantepec. Field Columbian Museum - Zoology (5): 1-252



La Laguna 2000 met gele staart .
Naamgeving:

Xiphophorus = zwaarddrager. Uit het Grieks en dit verwijst naar het gonopodium bij de mannetjes.
Variatus = de naam verwijst naar de grote kleurvariabiliteit bij deze soort .


Vissen Kees de Jong.

Verspreiding:
De soort leeft in het oosten van Mexico aan de Atlantische kust. Het leefgebied omvat zuidelijk Tamaulipas, oostelijk San Luis Potosi en noordelijk Veracruz en meet ruim 500 kilometer. De hoogte in dit gebied is 30 tot 1.200 meter.
Hoewel de soort af en toe in de luwe delen van snelstromende rivieren wordt gevonden, bestaat het leefgebied voornamelijk uit poelen, moerassen en vrijwel stilstaande stroompjes.



Een van de vangplaatsen waar X.variatus wordt gevangen.

Puente Escalar foto Kees de Jong..

Uiterlijk:
In verhouding tot X. maculatus heeft deze soort een slankere lichaamsbouw. In kleur, tekening en vorm varieren de exemplaren sterk. Sommige kenmerken zijn geografisch gebonden, zoals lichaamshoogte, tekening in de staartwortel en lengte van de rugvin, maar de meeste kenmerken worden in alle populaties aangetroffen. In sommige populaties komen zeer veel verschillende kleuren voor. Enkele variaties die bij beide geslachten voor komen zijn: één of meer donkere strepen op het lichaam, zwarte punten of vlekken, zwarte dwarsbanden en punten of een halve maantekening in de staartwortel.
De mannetjes kunnen een prachtige gele of rode staartvin hebben. De rugvin is bij deze soort over het algemeen geel. Het lichaam kan zowel blauw als goudkleurig zijn.
De vrouwtjes hebben een drachtigheidsvlek.
De prachtige kleuren die sommige exemplaren hebben, maken van deze soort een echte blikvanger in het aquarium. In de kweekvormen die worden aangeboden is er op bepaalde kenmerken geselecteerd en deze vererven bij alle nakomelingen.


Xiphophorus variatus uit La Laguna 2000

Grootte:
De vrouwtjes worden ongeveer 5,5 cm groot, de mannetjes blijven iets kleiner.


vrouw Xiphophorus variatus.

Verzorging en kweek:
Deze soort stelt weinig eisen en is eenvoudig te houden. Het is een echte omnivoor en alle soorten voedsel zijn goed.. Van mysis tot aan gekookte spruitjes worden geconsumeerd.
De soort kan het beste in een groepje worden gehouden. De eigen jongen worden dan nauwelijks gegeten en er zal altijd een groot aantal overblijven. De temperatuur moet niet al te hoog zijn. Een gemiddelde temperatuur van 21°C is voldoende. ’s Zomers kan deze soort buiten worden gehouden. De vissen komen dan mooier op kleur en worden door de variatie in voedsel ook forser.


Vrouw Xiphophorus variatus La Laguna 2000.

De mannetjes hebben een fraaie balts waarbij ze met de achterkant van het lichaam over het vrouwtje heen gaan. Het is ook een levendig visje, dat af en toe springt. Het is dus van belang om het aquarium goed af te dekken.

Vooral de alfa mannetjes kunnen zeer fraai gekleurd zijn. Meestal bevinden zich in het aquarium ook enkele kleinere mannetjes die fraaie kleuren missen. Het kan meer dan anderhalf jaar duren voordat de mannetjes hun fraaie kleuren hebben.

De vissen in de natuurlijke populaties van deze soort zijn erg verschillend in kleur en de tekening. Bij de kweekvormen is er vaak een vastverervende stam gekweekt met uitgesproken kleuren.


Koppeltje wildvang Xiphophophorus variatus.

Opmerkingen:
In de natuur komen hybriden van deze platy met andere soorten voor. Een hybride met het zwaardplaty (X. xiphidium) is door Meyer & Wischnath per abuis voor een zelfstandige soort aangezien en beschreven onder de naam “Xiphophorus kosszanderi”

Geschreven door Kees de Jong en Leo van der Meer.
Gefotografeerd door Leo van der Meer.
Dit is het eerste stukje ooit door Leo van der Meer geschreven.
Voor werkgroep levendbarende tandkarpers Poecilia.nl http://www.poecilia.nl/


Man X.variatus.

Literatuur:
R.A. Angus (1989): A Genetic Overview of Poeciliid Fishes. Ecology & Evolution of Livebearing Fishes (Poeciliidae) (): 51-68
A.L. Basolo (1995): A further examination of a pre-existing bias favouring a sword in the genus Xiphophorus. Anim. Behav. (50): 365-375
G. de Beurs (1956): Onze levendbarende Xiphophorus variatus. Het Aquarium (2): 44-45
G. de Beurs (1963): Xiphophorus (Platypoecilus) variatus. Het Aquarium (6): 136-137
D. Bork (1991): Aquarienfische und Planzen in Budapester Thermalgewässern. DGLZ-Rundschau (2): 28-30
C. Clapsaddle (1983): Observations on cold resistance in livebearers. Livebearers (68): 7-8
Na jaren van selektie is dit door de mens gecreëerd.

M. Gordon (1953): The ecological niche of the Pygmy swordtail, Xiphophorus pygmaeus, in the Rio Axtla, Mexico. Copeia (3): 148-150
G. Hermann (1968): Beobachtungen bei X. variatus. Aquarien Terrarien (4): 136-136
K. de Jong (1990): De papegaaiplaty, Xiphophorus variatus 'Cuantitlan Izcalli'. Poecilia Nieuws (4): 64-66
K. de Jong (2003): Op zoek naar zwaarddragers in Mexico 2002. Poecilia Nieuws (4): 54-68
K. D. Kallman (1989): Genetic Control of Size at Maturity in Xiphophorus. Ecology & Evolution of Livebearing Fishes (Poeciliidae) (): 163-184
S.E. Meek (1904): The fresh water fishes of Mexico north of the Isthmus of Tehuantepec. Field Columbian Museum - Zoology (5): 1-252
M.K. Meyer (1983): Xiphophorus-Hybriden aus Nord-Mexiko, mit einer Revision der Taxa X. kosszanderi und X. roseni. Zoologische Abhandlungen, Staatliches Museum fur
M.K. Meyer (1986): Lebendgebärende Aquarienfische vom Rio Axtla in Mexiko. DATZ (2): 61-64
M.K. Meyer (1986): Levendbarende tandkarpers van de Rio Coy in Mexico. TI'H (46): 6-9
J. Moar (1997): Xiphophorus maculatus and Xiphophorus variatus. Livebearers (147): 20-23
A.F.J.R.B. Sloet tot Everlo (1948): Platypoecilus variatus. Het Aquarium (1): 1-2
H. Stallknecht (1968): Ethologie hilft richten. Aquarien Terrarien (6): 204-205
L. Wischnath (1996): Wildvormen van het geslacht Xiphophorus deel 3 - platy's. Het Aquarium (1): 7-9
L. Wischnath (1996): De kweekvormen van het geslacht Xiphophorus Deel 2. Het Aquarium (6): 155-158