zondag, augustus 10, 2008

Alfaro cultratus

Alfaro cultratus (Regan,1908).



Synoniem:
Petalosoma cultratum Regan, 1908.
Petalurichthys cultratus Regan, 1912
Alfaro acutiventralis Meek, 1912
Petalosma amazonum Regan, 1911
Petalurichthys amazonum Regan,1912
Alfaro amazonum Regan,1913


Eerste beschrijving:
Regan, C.T. (1908): A collection of fresch water fishes made
by MR. C.F. Underwood in Coista Rica. Ann. Mag. Nat. Hist.,
ser. 8, vol. 2, pp. 455-464.


Naamgeving:
Het Genus Alfaro heeft het visje te danken aan Dr. Anastasio Alfaro van het nationaal Museum in Costa Rica. cultratus betekent in het Latijns mensvormige dit wijst naar de vorm van het visje dat wat weg heeft van een lemet van een mes.
Andere soorten in dit Genus.Het Genus Alfaro bestaat slechts uit twee soorten te weten:

Foto boven: is Alfaro cultratus (Regan,1908).


Foto boven: is Alfaro huberi (Fowler,1923).


Verspreiding:
Rio Iroquois, COSTA Rica.

Grootte van de vis:
Het mannetje wordt ongeveer 6 cm groot, het vrouwtje wordt enkele cm groter.

Uiterlijk.
Onder de groep levendbarende vissen is Alfaro cultratusi een bijzonder visje, dit komt door het uiterlijk dat echt anders is dan een gemiddelde tandkarper..De vorm van het lichaam van het mannelijke visje en ook een beetje van het vrouwtje lijkt een beetje op het lemmet van een mes.Verder is de mond naar boven gericht waardoor ze het voedsel gemakkelijk van het wateroppervlak kunnen pakken. (net als bij het genus Priapella).Bij voldoende licht is het mannetje wat groenachtig blauw van lichaamskleur, echter het vrouwtje is veel witter van kleur. Foto`s van dit visje maken is niet eenvoudig doordat het visje vaak wat wittig op een foto over komt maar bij een juiste instelling vooral het mannetje erg mooi van kleur. Verder hebben ze als karakter eigenschap dat ze erg snel kunnen zwemmen en dit maakt het erg moeilijk.


Verzorging:
Dit genus is nogal schuw van karakter en is zeer snel, als ze niet genoeg beschutting om zich heen hebben, hierdoor kruipen ze vaak weg in de beplanting. In het aquarium bij mij komen ze toch vaak naar voren, dit na enkele dagen in het aquarium al aanwezig te zijn, maar vaak zwemmen ze net onder een bosje waterpest, zodat mocht het te spannend voor ze worden, ze meteen weg kunnen duiken in de beplanting. Het afdekken van het aquarium is zeker aan te bevelen, dit vooral doordat het visje een nare gewoonte heeft om uit het aquarium te springen, het gemakkelijkste om dit euvel tegen te gaan is om het aquarium goed af te dichten door middel van een kap of een plaat glas. Alfaro cultratusi vind het erg prettig om veel planten om zich heen te hebben staan, een aquarium vanaf 100 cm is al geschikt voor dit visje, dat erg veel zwemt, wel houden ze van een kleine stroming waar ze tegen aan kunnen zwemmen, verder is het van levensbelang om net als bij de meeste levendbarende vissen het water minimaal 1 keer per week voor 1/3 te verversen. De temperatuur om deze vissen voor langere tijd te behouden ligt boven de 28 graden Celsius met een pH van 8 en een dH van 5.

Voeding:
Wat het voedsel betreft is Alfaro cultratus niet echt een moeilijke vis, ze lusten werkelijk alles wat ze voor geschoteld krijgen, wel is het aan te bevelen om veel levend of diepvries voedsel te gebruiken. Enkele voorbeelden wat ze erg graag eten zijn witte, zwarte en rode muggen larven, Artemia, cyclops, watervlooien, levende vliegen zonder vleugels deze worden vaak verkocht aan reptielen houders, maar ook gewoon droogvoer lusten ze erg graag. Tegenwoordig is er erg veel vervangend voedsel op de markt aanwezig, zoals vervanger van Artemia in droge vorm is erg aan te bevelen voor vele soorten levendbarende, kijk gerust eens op de site`van Vivani Fishfood., via het internet te vinden, wat deze mensen aanbieden is gewoon erg goed en zekervoor een ieder betaalbaar. Jonge Alfaro`s lusten alles wat hun ouders ook lusten, maar uiteraard niet te groot, verder zijn ze gemakkelijk op te kweken met Artemia nauplien en de hele kleintjes met tropisch infuus (pantoffeldiertjes).

Kweek:
Wat het doorkweken betreft is Alfaro cultratus absoluut niet de gemakkelijkste onder de levendbarende tandkarpers, dit komt vooral doordat het vrouwtje in gevangenschap niet zo gemakkelijk tot paren over te halen is. Ook het paarritueel is best bijzonder te noemen, nadat het mannetje enige keren voor het vrouwtje is gaan zwemmen en enige keren zijn twee zijkanten heeft laten zien aan het vrouwtje, gaat het mannetje van de linker naar de rechter kant van het vrouwtje voordat ze uiteindelijk over gaan tot een paring, hiervoor heeft het echtpaartje wel enige zwemruimte nodig. Als het vrouwtje eenmaal bevrucht is, worden er na ongeveer 35 dagen een 25 tal jongen geboren die meteen weg moeten zwemmen voor het vrouwtje dat haar kroost als een lekkere snack ziet. De jongen zijn net ietsjes groter dan de Poecilia reticulata jongen, als men de jongen meerdere keren per dag voert zullen ze erg snel groeien. Na ongeveer 4 a 5 maanden zijn ze uit gegroeid tot geslachtsrijpe vissen, echter duurt het nog enkele tijd voordat ze tot hun maximale grootte uitgegroeid zijn. Enige tips die ik via Google gevonden heb over deze vissen, zijn om het vrouwtje enkele dagen voordat de jongen geboren worden apart in een klein aquarium te plaatsen met erg veel waterplanten hierin aanwezig, ook door middel van een scheiding s wandje in het aquarium aan te brengen waar wel de jongen van links naar rechts kunnen zwemmen maar niet de ouders, hierdoor kan men een nestje redden .Het is verstandig om de jongen meerdere keren per dag te voeren, zodat ze snel en gezond tot hun totale grote kunnen uitgroeien, het is aan te raden om het water meerdere keren per week voor 1/3 te verschonen, hierdoor verkomt men verzuring van het gemorste voedsel en ook voorkomt men eventuele ziektes.

Geschreven door Leo van der Meer.
Foto`s Leo van der Meer.

zondag, augustus 03, 2008

Op zoek naar zwaarddragers Mexico 2002 deel 2.

Op zoek naar zwaarddragers Mexico 2002


Foto boven X.cortezi.
Deel 2 na al eerder stukken gepubliceerd te hebben ga ik weer verder.Door dat het een dagboek systeem is, is het voor mij helaas niet mogelijk om het voor u op een andere wijze te publiceren .Om het geheel van voor af aan te lezen kijk naar eerdere maanden!!!!


Foto boven X.multilineatus 2 verschillende type mannen.

9. Puente Rascon.
Dit punt is de brug in de richting van Rascon. Het is een snelstromende rivier
met troebel water. Het water staat hoog. Vooral dankzij het enthousiasme
van LUDO vangen we hier enkele halfwas exemplaren van de Montezuma
zwaarddragers tussen de begroeiing die we besluiten mee te nemen.
Aangetroffen soorten:
• X. montezumae
• Astyanax
• Cichliden
• Poecilia mexicana
X. montezumae wordt door ons tussen de planten gevangen. Alleen halfwas dieren.

Foto boven paartje X.montazumae.
21º57’57.3” N
99º14’43,8” W
Hoogte 358 meter.
Bij aankomst in het hotel besluit ik naar bed te gaan. Mijn fysieke staat laat
sterk te wensen over. Mijn reisgenoten brengen me nog enkele toastjes en
wat water. Hopelijk kan mijn maag dit verdragen. Met enige moeite lukt het
mij later op de avond nog wel om te helpen met het controleren en verschonen
van de vissen. Blij dat het weer achter de rug is, laat ik me om 23.30 uur
weer in het bed vallen.
Dinsdag 29 oktober
We verlaten hotel Taninul en vertrekken via Hwy 70 naar San Luis Potosi. In
de buurt van de stad Río Verde ligt de afslag naar Laguna Media Luna.
Langs een onverharde weg loopt een kanaal vanuit Media Luna en hierin
zwemmen veel cichliden en enorme scholen molly’s. Na ongeveer een half
uur rijden bereiken we Media Luna.
10. + 11. Laguna Media Luna
Media Luna is een bronnensysteem met veel kanaaltjes en stroompjes.

Foto boven Ilyodon xantusi.

Sommige delen zijn dicht begroeid met allerlei waterplanten zoals waterlelies,
Bacopa sp. en Ludwigia sp. Het wordt veel voor toerisme gebruikt en ook
voor duikers is het een ideaal gebied. De bronnen zijn ongeveer vijftien meter
diep.
Op de dag dat wij er komen is het er rustig en we kunnen ongestoord
rondkijken. Deze plek is bekend vanwege het feit dat er een aantal soorten
endemisch is. Twee soorten die dit betreft zijn de Goodeïde Ataeniobius
toweri en de killi Cualec tessellatus. Ook wordt hier de molly P. latipunctata
aangetroffen. Deze soort is hier uitgezet, maar heeft zich goed weten te
handhaven tussen de aanwezige P. mexicana.
Op sommige ondiepe plaatsen zwommen enorme hoeveelheden vissen. Bij
een dammetje troffen we in het ondiepe water grote hoeveelheden aan, die
probeerden om tegen de stroom in omhoog te zwemmen. Het bleken
voornamelijk Astyanax en P. mexicana te zijn. De telkens weer tegen het
ondiepe stroompje in zwemmende visjes waren een leuk gezicht.


Foto boven Ataeniobus toweri man.
In de diepere gedeeltes tussen de planten vangen we de meer interessante
vissen. Zowel Cualec als Ataeniobius zijn hier eenvoudig te vangen. De
molly’s vangen we voornamelijk in het open water. De mannetjes van Cualec
hebben een donkere staart en in de minder begroeide gedeeltes is duidelijk te
zien dat ze een territorium boven de stenen hebben. De fraaie cichliden zitten
meer in de diepere delen vlak boven de bodem en zijn dus moeilijk te vangen.
Aangezien onze aandacht hier niet naar uit gaat, hebben we niet veel moeite
gedaan om ze te vangen. Nu ik thuis ben twijfel ik hier wel over, want vooral
de tamelijk klein blijvende “Cichlasoma” bartoni is een fraaie en opvallende
vis met een prachtige zwart-witte broedtekening. Volgens WILLEM HEIJNS
(Cichliden Jaarboek 1991) komt deze soort ook elders in het stroomgebied
van de Río Verde voor, maar bevindt de grootste populatie zich in Media
Luna. Deze populatie broedt het hele jaar door en doet dit ook in sneller
stromend water. Van de forsere “Cichlasoma” labridens bevindt zich een
geografische variant met een vergelijkbare broedtekening als “C”. bartoni,
alleen is de bovenste helft van het lichaam geel in plaats van wit is.
Aangetroffen soorten:
• A. toweri
• P. mexicana
• P. multipunctata
Foto boven kreeftjes die veelvulig voor komen in Mexico.
• Cichlasoma bartoni (Bean, 1892)
• Cichlasoma labridens (Pellegrin, 1903)
• Cualec tessellatus
• Astyanax
21º51’44.6” N
100º01’47.6” W
Hoogte 1.025 meter. PH 7,5, Temperatuur 30ºC Gh > 40
We overnachtten in San Luis Potosi in Hotel San Luis aan de snelweg. Het
hotel was prima, maar het restaurant wist ons hele gezelschap te verbazen
over de grote hoeveelheid vet die in het eten zat. De groentesoep bleek te
bestaan uit enkele rauwe halve aardappelen met grote stukken wortel in
warm water. Geen aanrader en het slechtste wat we tijdens onze hele reis in
Mexico voorgezet hebben gekregen. Hoewel ik mij al weer beter voelde en
eigenlijk wel trek had, was mij deze maaltijd toch te veel van het ‘goede’.
Woensdag 30 oktober
Vanuit San Luis Potosi naar Morelia.
12. Jesus Maria
Klein plaatsje dat via de afslag naar Los Reyes kan worden bereikt. In eerste
instantie waren we op zoek naar de plaats waar eerdere Xenotoca variata
was gevangen. Van deze fraaie populatie had ik in 2000 enkele vissen van
Omar gekregen en aangezien ik toen maar één vrouwtje had, leek het mij goed
om vers bloed te vangen. Volgens de bevolking was deze plaats nu echter
volkomen droog, maar was er aan de andere kant van het dorp wel een klein
stuwmeer (presa) waar water in stond. Het dorpje Jesus Maria is erg klein en
de hoofdweg is onverhard. Na door het dorp gereden te zijn vonden we het
stuwmeer, waar we vol enthousiasme begonnen met vissen. Het meer is voor
een groot deel begroeid met waterplanten en het vangen lukte het beste met de
handnetten. We vingen hier geen Xenotoca variata, maar wel enkele
exemplaren van Xenoophorus captivus. Tussen de planten vingen we enorm
veel waterinsecten. Vooral de enorme libellenlarven vielen op.
Aangetroffen soorten:
• Xenoophorus captivus (enkele)
• Astyanax (veel)
Foto`s Leo van der Meer.
Tekst Kees de Jong.