Synoniemen:
Geen
Nederlandse naam:
Hoogland zwaarddrager
Beschrijving:
M.Rauchenberger, K. Kallmann & D.C. Morizot (1990) : Monophyly and Geography of the Rio Panuco Basin Swordtails with description of four new species. American Museum Novitates (2975): 1-41
Naamgeving:
Xiphophorus =van het Griekse zwaarddrager. Met deze naam werd verwezen naar het gonopodium van de mannetjes
Malinche = genoemd naar de indiaanse Malinche die in 1519 door Hernando Cortez gevangen werd genomen en daarna zijn tolk, secretaris en minnares werd.
Verspreiding:
Helaas gebruiken ze de rivier ook als vuil stort plaats.
Rio Claro Mexico,Foto kees de Jong.
De soort komt voor in het Río Panuco stroomgebied in oost Mexico en wel stroomopwaarts in de Río Claro, Río Calnali, Río Conzintla en de Arroyo Atlapexco. Al deze biotopen bevinden zich volgens de beschrijvers van de soort op een hoogte van 650 m tot 1.280 m. Op een aantal locaties is de watertemperatuur op deze hoogte slechts 15°C.
Uiterlijk:
Een fraaie kleinere zwaarddrager met een hoge lichaamsbouw die nauw verwant is met Xiphophorus cortezi en Xiphophorus birchmanni. Net als bij deze twee soorten loopt er over van de kop tot aan de staartwortel een zigzag streep. Op het lichaam van beide geslachten bevinden zich ovale verticale donkere banden. Deze banden zijn onregelmatig en het feit dat ze ook zo duidelijk bij de vrouwtjes aanwezig zijn, onderscheidt de soort mede van zijn verwanten. Het onregelmatige patroon verschilt van vis tot vis en kan ook op de linker- en rechterzijde anders zijn.
Het zwaard is dikker dan dat van X. cortezi en buigt bij jonge dieren iets omhoog. De mannetjes kunnen afhankelijk van de populatie een hoge gele rugvin hebben. De vrouwtjes bezitten een drachtigheidsvlek.
Grootte:
Zowel de mannetjes als de vrouwtjes van deze soort kunnen een lichaamslengte van 7 cm bereiken.
Verzorging en kweek:
Zoals bij de verspreiding al aangegeven, wordt deze soort ook in koeler water aangetroffen. Dit lijkt één van de belangrijkste punten voor het houden en kweken van deze soort. Een koelere periode, waarbij de temperatuur mag dalen tot 14° C is noodzakelijk voor een goede kweek op de langere termijn. De vissen zijn, ondanks een goede doorstromimg, op de langere termijn gevoelig voor temperaturen boven de 22°C. Het buiten houden van de soort tijdens de zomermaanden is dan ook een goede oplossing. Hoewel de vissen dan minder snel groeien, worden het uiteindelijk wel grote stevige dieren, die bovendien langer leven dan hun soortgenoten die op een hogere temperatuur zijn gehouden. Bij mij leek het er op alsof de leeftijd negatief werd beïnvloed door de hoogte van de temperatuur. Mijn ervaring is dat de vissen niet erg oud worden. Een leeftijd van 1,5 jaar is voor deze soort al een respectabele leeftijd. Het duurt ruim een half jaar voordat de vissen volledig uitgegroeid zijn en daarom heb ik helaas nooit lang kunnen genieten van enkele prachtige volwassen mannetjes.
Aan het voedsel worden geen bijzondere eisen gesteld. Zowel ouders als jongen zijn goede eters die niet kieskeurig zijn. Naast levendvoer worden ook diepvries- en droogvoer goed gegeten.
Oorspronkelijk komt de soort uit heldere riviertjes en het is dan ook noodzakelijk om er voor te zorgen dat het water in het aquarium niet vervuild. Regelmatig een groot deel van het water verversen is dan ook aan te raden.
Indien er voldoende planten aanwezig zijn, zal er altijd een aantal jongen over blijven. Voor een wat massalere kweek is het handig om een drachtig wijfje apart te zetten. Er kunnen dan tot ruim 30 jongen worden geboren die zich in de middenlaag van het aquarium ophouden. Af en toe staat de kweek stil en worden er een tijdlang geen jongen geboren. De opfok van de jongen is geen probleem, op een gevarieerd dieet en als het water regelmatig wordt ververst, zullen ze uitgroeien tot mooie forse vissen.
Het lijkt verstandig om aan risicospreiding te doen en de soort over meerdere plekken en verschillende generaties te houden. Het is mij wel eens gebeurd dat alle oudere vissen snel achter elkaar zonder aanwijsbare reden doodgingen. Gelukkig had ik toen nog een aantal jongen en bovendien nog een aantal buiten zwemmen.
De mannetjes lijken elkaar in een groep redelijk te verdragen en wanneer ze samen zijn opgegroeid loopt de territoriumstrijd niet zo hoog op. Tussen twee mannetjes die op later leeftijd bij zijn geplaatst, zullen al snel gevechten over het territorium ontstaan. De kans is hierbij groot dat op den duur een van de mannetjes het leven laat.
Samenvattend is X. malinche een fraaie soort die wel wat extra aandacht nodig heeft. In een ruim aquarium met een niet te hoge temperatuur en schoon water, is het een prachtige blikvanger.
Opmerkingen:
In de natuur wordt deze soort nog wel eens samen met andere zwaarddragers aangetroffen. In 2002 gingen we op zoek naar deze interessante soort in de Río Claro. Na een rit op grote hoogte waarbij we af en toe door de wolken reden, zagen we deze rivier in het dal liggen. Bij de brug bij het plaatsje Tamala aangekomen reden we naar de rivier om op zoek te gaan naar deze soort. Het bleek erg lastig te zijn om de soort te vangen. Af en toe werd een zwaarddrager gevangen. De meeste vissen zaten tussen de overhangende planten bij de oever. Deze locatie lag op de geringe hoogte van 267 m. Dus minder ver stroomopwaarts dan in de beschrijving van de soort wordt genoemd. Thuisgekomen bleken de gevangen zwaarddragers van verschillende types te zijn. Sommige leken erg op X. cortezi, terwijl andere mannetjes weer een X. malinche uiterlijk hadden. Eén mannetje was qua uiterlijk duidelijk een tussenvorm. De vrouwtjes leken erg op elkaar, maar enkele hadden de ovale donkere vlekken op het lichaam. Blijkbaar komen de verschillende soorten in de natuur regelmatig samen voor en worden er daar ook hybriden geboren. Op de locatie bij Tamala werden naast de zwaarddragers ook nog Gambusia vittata, Poecilia mexicana, cichliden en zalmpjes gevangen. De watertemperatuur was 24 °C, Ph en Gh waren 8. Later hoorde ik van David MacAllister, die het gebied verschillende malen bezocht heeft dat meer stroomopwaarts op grotere hoogte wel zuivere populaties van X. malinche voorkomen en dat de vissen daar in grote hoeveelheden kunnen worden gevangen. Mogelijk is de pure soort alleen op grotere hoogte te vangen, zoals door Rauchenberger et al. ook reeds aangegeven. Het lijkt er een beetje op alsof de ‘zuivere’ soorten in de buurt van de bronnen kunnen worden gevangen en dat meer stroomafwaarts een mengelmoesje van soorten en hybriden is ontstaan. De status van deze soorten is dan m.i. ook niet altijd even duidelijk. In ieder geval is de ontwikkeling van soorten in dit gebied nog in volle gang.
Na selectie op de mannen en vrouwen met de voor de soort kenmerkende tekening was er meteen sprake van een vastverervende stam.
De hoogland zwaarddrager was rond 1997 reeds in Nederland aanwezig, maar is toen na korte tijd verdwenen. De populatie die in 2002 uit Tamala is meegenomen, heeft zich wel in het aquarium weten te handhaven.
Literatuur:
K. de Jong (2003) : Auf der Suche nach den Schwertträgern, Mexiko 2002 (Teil 1). Das Lebendgebärenden Magazin(3/4): 53-67
K. de Jong (2003) : Op zoek naar zwaarddragers in Mexico 2002. Poecilia Nieuws(4): 54-68
D. Lambert & P. Lambert (1995) Platies and swordtails. Blanford ISBN 0 7137 2368 8
D.Lambert: Xiphophorus malinche Rauchenberger, Kallman & Morizot 1990. Viviparous(15)
D.Lambert (1996) : The search for Skiffia francesae The Aquarian Expedition 1996. Tropical Fish Hobbyist(november): 118-133
E.Meinema (1991) : Vier nieuwe zwaarddragers van het Rio Panuco stroomgebied (Oost Mexico). Poecilia Nieuws(2): 28-30
R.Serva & G. Tash (1998) : Collecting sheepshead and highland swordtails (Xiphophorus birchmanni and Xiphophorus malinche) in the Rio Calnali. Livebearers(152): 14-18
L.Wischnath (1992) : Neue Namen bei großen und kleinen Schwertträgern. Das Aquarium(August): 10-12
L.Wischnath (1995) : Zwaarddrager wildvormen, deel 2. Het Aquarium(12): 290-293
Tekst: Kees de Jong
Foto`s :Leo van der Meer.
De soort komt voor in het Río Panuco stroomgebied in oost Mexico en wel stroomopwaarts in de Río Claro, Río Calnali, Río Conzintla en de Arroyo Atlapexco. Al deze biotopen bevinden zich volgens de beschrijvers van de soort op een hoogte van 650 m tot 1.280 m. Op een aantal locaties is de watertemperatuur op deze hoogte slechts 15°C.
Uiterlijk:
Een fraaie kleinere zwaarddrager met een hoge lichaamsbouw die nauw verwant is met Xiphophorus cortezi en Xiphophorus birchmanni. Net als bij deze twee soorten loopt er over van de kop tot aan de staartwortel een zigzag streep. Op het lichaam van beide geslachten bevinden zich ovale verticale donkere banden. Deze banden zijn onregelmatig en het feit dat ze ook zo duidelijk bij de vrouwtjes aanwezig zijn, onderscheidt de soort mede van zijn verwanten. Het onregelmatige patroon verschilt van vis tot vis en kan ook op de linker- en rechterzijde anders zijn.
Het zwaard is dikker dan dat van X. cortezi en buigt bij jonge dieren iets omhoog. De mannetjes kunnen afhankelijk van de populatie een hoge gele rugvin hebben. De vrouwtjes bezitten een drachtigheidsvlek.
Grootte:
Zowel de mannetjes als de vrouwtjes van deze soort kunnen een lichaamslengte van 7 cm bereiken.
Verzorging en kweek:
Zoals bij de verspreiding al aangegeven, wordt deze soort ook in koeler water aangetroffen. Dit lijkt één van de belangrijkste punten voor het houden en kweken van deze soort. Een koelere periode, waarbij de temperatuur mag dalen tot 14° C is noodzakelijk voor een goede kweek op de langere termijn. De vissen zijn, ondanks een goede doorstromimg, op de langere termijn gevoelig voor temperaturen boven de 22°C. Het buiten houden van de soort tijdens de zomermaanden is dan ook een goede oplossing. Hoewel de vissen dan minder snel groeien, worden het uiteindelijk wel grote stevige dieren, die bovendien langer leven dan hun soortgenoten die op een hogere temperatuur zijn gehouden. Bij mij leek het er op alsof de leeftijd negatief werd beïnvloed door de hoogte van de temperatuur. Mijn ervaring is dat de vissen niet erg oud worden. Een leeftijd van 1,5 jaar is voor deze soort al een respectabele leeftijd. Het duurt ruim een half jaar voordat de vissen volledig uitgegroeid zijn en daarom heb ik helaas nooit lang kunnen genieten van enkele prachtige volwassen mannetjes.
Aan het voedsel worden geen bijzondere eisen gesteld. Zowel ouders als jongen zijn goede eters die niet kieskeurig zijn. Naast levendvoer worden ook diepvries- en droogvoer goed gegeten.
Oorspronkelijk komt de soort uit heldere riviertjes en het is dan ook noodzakelijk om er voor te zorgen dat het water in het aquarium niet vervuild. Regelmatig een groot deel van het water verversen is dan ook aan te raden.
Indien er voldoende planten aanwezig zijn, zal er altijd een aantal jongen over blijven. Voor een wat massalere kweek is het handig om een drachtig wijfje apart te zetten. Er kunnen dan tot ruim 30 jongen worden geboren die zich in de middenlaag van het aquarium ophouden. Af en toe staat de kweek stil en worden er een tijdlang geen jongen geboren. De opfok van de jongen is geen probleem, op een gevarieerd dieet en als het water regelmatig wordt ververst, zullen ze uitgroeien tot mooie forse vissen.
Het lijkt verstandig om aan risicospreiding te doen en de soort over meerdere plekken en verschillende generaties te houden. Het is mij wel eens gebeurd dat alle oudere vissen snel achter elkaar zonder aanwijsbare reden doodgingen. Gelukkig had ik toen nog een aantal jongen en bovendien nog een aantal buiten zwemmen.
De mannetjes lijken elkaar in een groep redelijk te verdragen en wanneer ze samen zijn opgegroeid loopt de territoriumstrijd niet zo hoog op. Tussen twee mannetjes die op later leeftijd bij zijn geplaatst, zullen al snel gevechten over het territorium ontstaan. De kans is hierbij groot dat op den duur een van de mannetjes het leven laat.
Samenvattend is X. malinche een fraaie soort die wel wat extra aandacht nodig heeft. In een ruim aquarium met een niet te hoge temperatuur en schoon water, is het een prachtige blikvanger.
Opmerkingen:
In de natuur wordt deze soort nog wel eens samen met andere zwaarddragers aangetroffen. In 2002 gingen we op zoek naar deze interessante soort in de Río Claro. Na een rit op grote hoogte waarbij we af en toe door de wolken reden, zagen we deze rivier in het dal liggen. Bij de brug bij het plaatsje Tamala aangekomen reden we naar de rivier om op zoek te gaan naar deze soort. Het bleek erg lastig te zijn om de soort te vangen. Af en toe werd een zwaarddrager gevangen. De meeste vissen zaten tussen de overhangende planten bij de oever. Deze locatie lag op de geringe hoogte van 267 m. Dus minder ver stroomopwaarts dan in de beschrijving van de soort wordt genoemd. Thuisgekomen bleken de gevangen zwaarddragers van verschillende types te zijn. Sommige leken erg op X. cortezi, terwijl andere mannetjes weer een X. malinche uiterlijk hadden. Eén mannetje was qua uiterlijk duidelijk een tussenvorm. De vrouwtjes leken erg op elkaar, maar enkele hadden de ovale donkere vlekken op het lichaam. Blijkbaar komen de verschillende soorten in de natuur regelmatig samen voor en worden er daar ook hybriden geboren. Op de locatie bij Tamala werden naast de zwaarddragers ook nog Gambusia vittata, Poecilia mexicana, cichliden en zalmpjes gevangen. De watertemperatuur was 24 °C, Ph en Gh waren 8. Later hoorde ik van David MacAllister, die het gebied verschillende malen bezocht heeft dat meer stroomopwaarts op grotere hoogte wel zuivere populaties van X. malinche voorkomen en dat de vissen daar in grote hoeveelheden kunnen worden gevangen. Mogelijk is de pure soort alleen op grotere hoogte te vangen, zoals door Rauchenberger et al. ook reeds aangegeven. Het lijkt er een beetje op alsof de ‘zuivere’ soorten in de buurt van de bronnen kunnen worden gevangen en dat meer stroomafwaarts een mengelmoesje van soorten en hybriden is ontstaan. De status van deze soorten is dan m.i. ook niet altijd even duidelijk. In ieder geval is de ontwikkeling van soorten in dit gebied nog in volle gang.
Na selectie op de mannen en vrouwen met de voor de soort kenmerkende tekening was er meteen sprake van een vastverervende stam.
De hoogland zwaarddrager was rond 1997 reeds in Nederland aanwezig, maar is toen na korte tijd verdwenen. De populatie die in 2002 uit Tamala is meegenomen, heeft zich wel in het aquarium weten te handhaven.
Literatuur:
K. de Jong (2003) : Auf der Suche nach den Schwertträgern, Mexiko 2002 (Teil 1). Das Lebendgebärenden Magazin(3/4): 53-67
K. de Jong (2003) : Op zoek naar zwaarddragers in Mexico 2002. Poecilia Nieuws(4): 54-68
D. Lambert & P. Lambert (1995) Platies and swordtails. Blanford ISBN 0 7137 2368 8
D.Lambert: Xiphophorus malinche Rauchenberger, Kallman & Morizot 1990. Viviparous(15)
D.Lambert (1996) : The search for Skiffia francesae The Aquarian Expedition 1996. Tropical Fish Hobbyist(november): 118-133
E.Meinema (1991) : Vier nieuwe zwaarddragers van het Rio Panuco stroomgebied (Oost Mexico). Poecilia Nieuws(2): 28-30
R.Serva & G. Tash (1998) : Collecting sheepshead and highland swordtails (Xiphophorus birchmanni and Xiphophorus malinche) in the Rio Calnali. Livebearers(152): 14-18
L.Wischnath (1992) : Neue Namen bei großen und kleinen Schwertträgern. Das Aquarium(August): 10-12
L.Wischnath (1995) : Zwaarddrager wildvormen, deel 2. Het Aquarium(12): 290-293
Tekst: Kees de Jong
Foto`s :Leo van der Meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten